Rechtbank DEN Haag
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juni 2020 op het verzoek om voorlopige voorziening van
Stichting Viruswaarheid.nl, te Rotterdam
[verzoeker, sub 2], te [woonplaats 1] ,
[verzoeker, sub 3], te [woonplaats 2]
(gemachtigde mr. J.S. Pols),
de plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden, verweerder
(gemachtigden: mr. J. Bootsma en B.S. Jaasma).
Op 10 juni 2020 heeft de gemachtigde van verzoekers, namens verzoekers, een kennisgeving gedaan van een demonstratie op 21 juni 2020 van 13:00 uur tot 17:00 uur op het Malieveld in Den Haag. De bedoeling is om met een groot publiek op een vreedzame wijze te laten zien dat de COVID-19-maatregelen van de regering onaanvaardbaar zijn.
Bij besluit van 19 juni 2020 heeft verweerder de demonstratie van verzoekers van 21 juni 2020 verboden ter bescherming van de gezondheid en ter voorkoming van wanordelijkheden.
Verzoekers hebben tegen dat besluit bezwaar gemaakt en ze hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen ten einde de demonstratie door te kunnen laten gaan. Bij uitspraak van 19 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gepubliceerd opwww.rechtspraak.nl, ECLI:NL:RBDHA:2020:5577. Op 24 juni 2020 heeft [A] , namens verzoekers, een kennisgeving (hierna: de kennisgeving) gedaan van een demonstratie van 50.000 personen op zondag 28 juni 2020 van 13:00 tot 17:00 uur op het Malieveld in Den Haag. Het thema van de demonstratie is: ‘De vrijheid teruggeven aan de burger’.
Bij besluit van 26 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de demonstratie van verzoekers van 28 juni 2020 verboden.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter vrijdagmiddag 26 juni 2020 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen teneinde de demonstratie door te kunnen laten gaan.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet. In verband met onverwijlde spoed en voldoende duidelijkheid van de standpunten van partijen heeft de voorzieningenrechter geen zitting gehouden. De voorzieningenrechter doet deze uitspraak daarom met toepassing van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De voorzieningenrechter acht het spoedeisend belang in dit geval gegeven, nu de demonstratie is voorzien op 28 juni 2020.
3 Standpunt van verweerder in het bestreden besluit
3.1.Verweerder heeft bij het bestreden besluit de demonstratie verboden ter bescherming van de gezondheid en ter voorkoming van wanordelijkheden. Verweerder heeft gewezen op de anderhalve-meter-afstand-bepaling in de Noodverordening COVID-19 van de veiligheidsregio Haaglanden van 15 juni 2020. Verweerder heeft besloten de demonstratie te verbieden - kort samengevat - omdat het zeer realistisch is dat er 20.000 tot 50.000 personen aan de demonstratie zullen deelnemen. Een dermate groot aantal demonstranten past niet op het Malieveld, indien een onderlinge afstand van anderhalve meter moet worden aangehouden en er bovendien ruimte moet zijn voor personen om zich veilig over het veld te kunnen bewegen. Er moet ook nog ruimte overblijven voor de ordedienst van verzoekers en de aanwezige hulpdiensten.
Daarbij is verweerder uit informatie van de politie gebleken dat meerdere groeperingen plannen hebben om zich aan te sluiten bij de demonstratie, zoals een harde kern voetbalsupporters, Gele Hesjes, motorrijders / OMG leden en de actiegroep ‘Bouw in verzet’. Dit vergroot volgens verweerder het risico op wanordelijkheden en het niet kunnen aanhouden van de minimale onderlinge afstand van anderhalve meter door (al) de deelnemers aan de demonstratie. De demonstratie van verzoekers van 21 juni 2020 heeft tot ernstige wanordelijkheden geleid en massale overtreding van de anderhalve meter norm.
Verweerder acht het plaatsvinden van de demonstratie daarom niet verantwoord. De gezondheid en veiligheid van de bezoekers van het Malieveld kunnen onder deze omstandigheden niet gewaarborgd worden. Zelfs niet met massale politie-inzet. De kans bestaat dat mensen die part noch deel hebben aan eventuele ongeregeldheden hierbij betrokken raken. Dit geldt volgens verweerder temeer nu de politie bij een demonstratie van deze omvang niet of nauwelijks over voldoende veilige werkruimte beschikt. Hierdoor is het haast ondoenlijk om groepen personen goed van elkaar gescheiden te houden en al helemaal om hierbij de minimale afstand van anderhalve meter aan te houden. Verweerder acht het daarom noodzakelijk de demonstratie te verbieden. Verweerder ziet geen mogelijkheid om de demonstratie door te laten gaan in zodanig beperkte vorm - bijvoorbeeld beperkt in het aantal deelnemers of ten aanzien van het programma van de demonstratie - dat genoemde zorgen voldoende weggenomen worden, ook niet gehoord de toezegging van verzoekers om zich in te spannen voor een ordelijk verloop. Ook met een inbeperking blijft de kans zeer groot dat er vele duizenden personen op de demonstratie afkomen, waardoor ook de genoemde ernstige risico’s blijven bestaan.