Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Al in eerdere uitspraken heeft deze rechtbank zich uitgelaten over beroepen van zogenoemde Dublinterugkeerders naar Frankrijk, waarbij een beroep gedaan is op een rapport van AIDA. In bijvoorbeeld een uitspraak van 10 juni 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:5177) heeft de rechtbank met betrekking tot een beroep van een Dublinterugkeerder op een rapport van 20 maart 2019 van AIDA geoordeeld dat daaruit weliswaar blijkt dat er problemen zijn met de opvang in Frankrijk en dat sommige Dublinterugkeerders lang moeten wachten voordat ze een afspraak krijgen, maar dat het rapport onvoldoende aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat sprake is van ernstige structurele tekortkomingen in de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in Frankrijk op grond waarvan niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Naar het oordeel van de rechtbank schetst het AIDA rapport van april 2020 ten opzichte van het rapport van maart 2019 geen slechter beeld van de situatie in Frankrijk ten aanzien van de opvangvoorzieningen en de asielprocedure in Frankrijk. Uit het AIDA-rapport van april 2020 komt veeleer naar voren dat aan asielzoekers in Frankrijk wel opvang wordt geboden ook aan Dublinclaimanten – en dat de inhoudelijke behandeling van de asielaanvraag en de asielprocedure afhangt van de prefectuur waar de Dublinterugkeerder naartoe moet. Uit het claimakkoord van eiser blijkt dat eiser zich na aankomst moet melden in de ‘préfecture des Alpes Maritimes’. Gesteld noch gebleken is dat Dublinterugkeerders bij die prefectuur geen opvang krijgen of dat de asielprocedure daar lang duurt. Voor zover dat wel aan de orde is en eiser na overdracht aan Frankrijk geen opvang krijgt of zijn asielprocedure lang duurt, overweegt de rechtbank dat hij daarover dient te klagen bij de (hogere) Franse autoriteiten of geëigende instanties.