ECLI:NL:RBDHA:2020:5648
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over gedeeltelijke behandeling achter gesloten deuren in civiele procedure met betrekking tot vertrouwelijke documenten uit Amerikaanse discovery
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben de eiseressen, FKP Sojuzplodoimport en FGUP VO Sojuzplodoimport, verzocht om een deel van het slotpleidooi op 24 juni 2020 achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. Dit verzoek is gedaan in het kader van de behandeling van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, waarbij vertrouwelijke documenten uit een Amerikaanse discovery procedure aan de orde komen. De eiseressen hebben aangegeven dat het gaat om stukken die als 'Confidential', 'Highly Confidential' en/of 'Personally Identifying Information' zijn gemarkeerd, en die onderworpen zijn aan een Amerikaanse Protective Order.
De rechtbank heeft in haar beoordeling het beginsel van openbaarheid van de behandeling ter zitting, zoals neergelegd in artikel 6 EVRM en artikel 14 IVBPR, als uitgangspunt genomen. Dit beginsel weegt zwaar, maar kan onder bijzondere omstandigheden worden beperkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Amerikaanse rechter geheimhouding heeft bevolen voor de betreffende stukken, en dat partijen zich aan deze geheimhouding moeten houden. De rechtbank oordeelt dat het belang van een goede rechtspleging in het geding is wanneer partijen deze stukken niet kunnen bespreken tijdens een openbare zitting.
Daarom heeft de rechtbank besloten dat de behandeling van het incident en de hoofdzaak op 24 juni 2020 achter gesloten deuren zal plaatsvinden, voor zover de partijen de vertrouwelijke stukken bespreken. De beslissing is genomen door de rechters L. Alwin, F.M. Bus en A.M. Brakel op 22 juni 2020.