Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 oktober 2017 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 28 februari 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 5 maart 2019 gehouden comparitie van partijen, en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
conceptofferte/leningovereenkomst u voldoende inzicht geeft. En dat u op basis hiervan een voorlopige kwalificatie kan geven.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
definitiefoordeel ten aanzien van een
concept-product. Aan dat concept als zodanig heeft Tulp evenwel niets gewijzigd. Weliswaar was de Optimaal Hypotheek nog gedeeltelijk in ontwikkeling, maar de nadere vormgeving zag niet – zo staat tussen partijen ook vast – op het concept, te weten twee leningdelen met ieder een eigen aflossingstermijn en eigen rentevoorwaarden in combinatie met de verbindingsclausule. Ter zitting is door de Staat erkend dat die beoordeling op basis van de in oktober 2014 door Tulp aan de Kennisgroep aangeleverde stukken ook toen al ten nadele van Tulp had kunnen uitvallen, indien [A] zich niet in zijn eentje maar met de voltallige Kennisgroep daarover zou hebben gebogen.