2.1Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. 2.2 Artikel 8:83, derde lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken.
3. Verzoeker stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij de verzoeken om een voorlopige voorziening omdat de openbare verkoop (veiling) van zijn woning onherroepelijk gepland staat op 20 april 2020. Verzoeker stelt daarover letterlijk: “Vooruitlopend op de behandeling van dit beroep verzoek ik hierbij om mij middels een voorlopige voorziening (zonder zitting) deze door de ISD Bollenstreek verbeurde (maximale) dwangsom toe te kennen en ook toe te zien op (tijdige) uitbetaling hiervan. De reden voor mijn verzoek is dat mijn woning op 20 april 2020 openbaar verkocht (geveild) zal worden. In de bijlagen (zie bijlage veiling) vindt u het exploot van de deurwaarder voor deze veiling, de wijziging van de veilingdatum van 16 maart 2020 naar 20 april 2020 en de mededeling van het veilinghuis dat deze veiling op 20 april 2020 onherroepelijk doorgaat. Om dit te voorkomen dien ik voor die datum de achterstand op mijn hypotheek te voldoen, die inclusief de kosten van de notaris momenteel ruim 15.000 euro bedraagt (zie bijlage kostenopgave). Het toekennen van de (maximaal) verbeurde dwangsom kan derhalve niet wachten op de behandeling van mijn beroep, omdat mijn woning dan al verkocht zal zijn.”
4. Op 9 april 2020 heeft verzoeker aanvullend verzocht, en de voorzieningenrechter citeert:
”Hierbij wil ik u vriendelijk verzoeken om zaaknummers toe te kennen aan de onderstaande, in de afgelopen periode door mij ingediende beroepsprocedures wegens het niet nemen van een beslissing op aanvraag/bezwaar door een overheidsinstantie, evenals aan de (hieraan gekoppelde) verzoeken om een voorlopige voorziening vanwege de nog steeds dreigende Openbare verkoop (veiling) van mijn woning. Tevens verzoek ik u uiteraard om deze zaken in behandeling te nemen.
Volledigheidshalve merk ik op dat een aantal van deze procedures en verzoeken al meer dan ZES WEKEN GELEDEN zijn ingediend, zonder dat ik hierover tot op heden enige informatie/communicatie heb mogen ontvangen. Ondanks de omstandigheden door de corona-crisis wekt dit de indruk dat er administratief bij de Rechtbank Den Haag (wederom) iets niet goed gaat.
Documentnummer: 200226-09531311-1
Documentnummer: 200226-10030929-1
Documentnummer: 200226-10143660-1
Documentnummer: 200226-1 0240058-1
Documentnummer: 200226-10302973-1
Documentnummer: 200226-1 0365240-1
Documentnummer: 200227-1 1523448-1
Documentnummer: 200227-11573388-1
Documentnummer: 200227-12035806-1
Documentnummer: 200227-12093473-1
Documentnummer: 200227-12145816-1
Documentnummer: 200227-12302892-1
Documentnummer: 200227-12400797-1
Documentnummer: 200228-06365438-1
Documentnummer: 200228-06422391-1
Documentnummer: 200228-06485353-1
Documentnummer: 200228-06560847-1
Documentnummer: 200228-07061694-1
Documentnummer: 200307-08415152-2
Documentnummer: 200307-08504846-2
Documentnummer: 200307-08581134-2
Documentnummer: 200307-09051284-2
Documentnummer: 200307-09 1535 87-2
Documentnummer: 200307-09281222-2
Documentnummer: 200308-08163081-2
Documentnummer: 200308-08224261-2
Documentnummer: 200308-08292078-2
Documentnummer: 200308-08360088-2
Documentnummer: 200308-08424142-2
Documentnummer: 200308-08504748-2
Documentnummer: 200308-08580051-2
Documentnummer: 200308-09205927-2
Documentnummer: 200308-09265816-2
Documentnummer: 200308-09325949-2
Documentnummer: 200308-09391282-2
Documentnummer: 200308-09465673-2
Documentnummer: 200330-09360845-1
Documentnummer: 200330-09424800-1
Documentnummer: 200330-09530597-1
Documentnummer: 200330-10010037-1
Documentnummer: 200330-10155183-1
Documentnummer: 200330-10231054-1
Documentnummer: 200330-1 0325512-1
Documentnummer: 200330-10385650-1
Documentnummer: 200330-10444665-1
Documentnummer: 200330-10510022-1
Documentnummer: 200401-14474279-2
Documentnummer: 200401-14563763-2
Documentnummer: 200401-15075443-2
Documentnummer: 200401-15153744-2
Documentnummer: 200401-1 5265962-2
Documentnummer: 200401-15391370-2
Documentnummer: 200401-15494001-2
Documentnummer: 200401-15591069-2
Documentnummer: 200401-16134166-2
Documentnummer: 200401-1621 1071-2”
5. Op 29 april 2020 heeft verzoeker aanvullend letterlijk het volgende geschreven: “Op 9 april 2020 heb ik u vriendelijk verzocht om zaaknummers toe te kennen aan de onderstaande, in de afgelopen periode door mij ingediende beroepsprocedures wegens het niet nemen van een beslissing op aanvraag/bezwaar door een overheidsinstantie, evenals aan de (hieraan gekoppelde) verzoeken om een voorlopige voorziening vanwege de nog steeds dreigende openbare verkoop (veiling) van mijn woning. Tevens heb ik verzocht om deze zaken in behandeling te nemen.
Ik stel vast dat hierop wederom geen enkele reactie is gekomen, ondanks dat voor een aantal van deze procedures en verzoeken geldt dat deze inmiddels al meer dan ACHT WEKEN GELEDEN zijn ingediend. Ik begrijp dat de omstandigheden door de corona-crisis bijzonder zijn, maar stel mij op het standpunt dat het uitblijven van zelfs maar de zaaknummers, nog los van het feit dat een deel van deze procedures verzoeken om voorlopige voorzieningen betreffen, VOLSTREKT ONACCEPTABEL is. Hierbij doe ik dan ook een herhaald verzoek om zaaknummers toe te kennen aan de onderstaande beroepsprocedures en de (hieraan gekoppelde) verzoeken om een voorlopige voorziening én, belangrijker nog, om de verzoeken om een voorlopige voorziening op
zeer korte termijn te behandelen.
Documentnummer: 200226-09531311-1
Documentnummer: 200226-1 0030929-1
Documentnummer: 200226-1 0143660-1
Documentnummer: 200226-1 0240058-1
Documentnummer: 200226-1 0302973-1
Documentnummer: 200226-1 0365240-1
Documentnummer: 200227-11523448-1
Documentnummer: 200409-06045994-3
Documentnummer: 200227-11573388-1
Documentnummer: 200227-12035806-1
Documentnummer: 200227-12093473-1
Documentnummer: 200227-12145816-1
Documentnummer: 200227-1 2302892-1
Documentnummer: 200227-1 2400797-1
Documentnummer: 200228-06365438-1
Documentnummer: 200228-06422391-1
Documentnummer: 200228-06485353-1
Documentnummer: 200228-06560847-1
Documentnummer: 200228-0706 1 694-1
Documentnummer: 200307-08415152-2
Documentnummer: 200307-08504846-2
Documentnummer: 200307-08581134-2
Documentnummer: 200307-09051284-2
Documentnummer: 200307-091 53587-2
Documentnummer: 200307-09281222-2
Documentnummer: 200308-08163081-2
Documentnummer: 200308-08224261-2
Documentnummer: 200308-08292078-2
Documentnummer: 200308-08360088-2
Documentnummer: 200308-084241 42-2
Documentnummer: 200308-08504748-2
Documentnummer: 200308-08580051-2
Documentnummer: 200308-09205927-2
Documentnummer: 200308-0926581 6-2
Documentnummer: 200308-09325949-2
Documentnummer: 200308-09391282-2
Documentnummer: 200308-09465673-2
Documentnummer: 200330-09360845-1
Documentnummer: 200330-09424800-1
Documentnummer: 200330-09530597-1
Documentnummer: 200330-10010037-1
Documentnummer: 200330-10155183-1
Documentnummer: 200330-10231054-1
Documentnummer: 200330-10325512-1
Documentnummer: 200330-1 0385650-1
Documentnummer: 200330-1 0444665-1
Documentnummer: 200330-10510022-1
Documentnummer: 200401-14474279-2
Documentnummer: 200401-14563763-2
Documentnummer: 200401-15075443-2
Documentnummer: 200401-15153744-2
Documentnummer: 20040 1-1 5265962-2
Documentnummer: 200401-15391370-2
Documentnummer: 200401-15494001-2
Documentnummer: 200401-15591069-2
Documentnummer: 200401-16134166-2
Documentnummer: 200401-1621 1071-2”
6. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat een verzoek om aan een ingediend verzoek- dan wel beroepschrift een zaaknummer toe te kennen geen rechtens te respecteren belang is gemoeid. Het gaat daarbij immers om een feitelijke administratieve handeling. Dat er aan zaken nog geen zaaknummers zijn toegekend, maakt niet dat verzoeker wordt belemmerd in zijn processuele mogelijkheden, anders dan dat het toekennen van zaaknummers mogelijk handig is voor verzoekers persoonlijke administratie, gelet op de talloze verzoeken en beroepen die verzoeker inmiddels bij de rechtbank heeft ingediend. Voor de goede orde zijn hierboven de nummers die verzoeker kennelijk in zijn persoonlijke administratie gebruikt, weergegeven. Daarbij komt dat de zaaknummers inmiddels zijn toegekend, zoals moge blijken uit deze uitspraak, zodat - als er al sprake zou zijn van enig procesbelang - dat inmiddels is komen te vervallen. De verzoeken zijn op dit punt niet ontvankelijk.
7. De voorzieningenrechter stelt voorop dat een financieel belang op zichzelf geen reden vormt voor het treffen van een voorlopige voorziening. Voor het treffen van een voorlopige voorziening zal echter niettemin aanleiding kunnen bestaan indien aannemelijk is dat verzoeker als gevolg van het te laat beslissen door verweerder in een (financiële) noodsituatie geraakt voordat de rechtbank in de bodemgedingen uitspraak heeft kunnen doen.
8. De datum 20 april 2020 is inmiddels verstreken. Verzoeker noemt in zijn aanvullende gronden van 29 april 2020 deze datum ook niet meer. Uit openbare bronnenis de voorzieningenrechter gebleken dat de Minister voor Milieu en Wonen, hypotheekverstrekkers en woonpartijen (Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond van Verzekeraars, Nationale Hypotheekgarantie en Vereniging Eigen Huis) afspraken hebben gemaakt om ervoor te zorgen dat huiseigenaren niet op straat komen te staan ten tijde van de coronacrisis. Hypotheekverstrekkers zoeken met huiseigenaren naar oplossingen en gaan in deze periode niet over tot gedwongen verkopen van woningen. Zij hebben afgesproken dat ten minste tot 1 juli 2020 niet zal worden overgegaan tot gedwongen verkopen van woningen, tenzij er sprake is van bijvoorbeeld criminele activiteiten zoals fraude, wietteelt en/of het onderhouden van een drugslab. Dit blijkt uit het ‘Gezamenlijk statement hypotheekverstrekkers over gedwongen verkopen tijdens de Coronacrisis’ van 7 april 2020.
9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorzieningen is komen te ontbreken. Niet is zeker of de openbare verkoop nog zal plaatsvinden, nu de onherroepelijke veilingdatum van 20 april 2020 is verstreken zonder dat de veiling heeft plaatsgevonden. Bovendien blijkt niet langer van een concrete datum voor een voorgenomen veiling in de afzienbare toekomst. Verzoeker heeft in zijn aanvullende gronden ook geen veilingdatum meer genoemd. Spoedeisendheid kan in deze voorlopige voorzieningenprocedures niet enkel worden aangenomen omdat op een onzekere datum in de toekomst mogelijk een openbare verkoop zal plaatsvinden.
10. Daarbij komt, zoals overwogen in punt 7, dat aannemelijk moet zijn dat verzoeker als gevolg van het te laat beslissen door verweerder in een financiële noodsituatie geraakt voordat de rechtbank in de bodemgedingen uitspraak heeft kunnen doen. Daarvan is niet gebleken. In de bodemzaken kan nog geen uitspraak gedaan worden. De voorzieningenrechter zal met het oog op het belang van verzoeker in dat verband bevorderen dat de behandeling van in de Bijlage (in de kolom ‘Beroepsprocedure’) genoemde aanhangige beroepen van verzoeker in het najaar van 2020 plaatsvindt.
11. De verzoeken zullen worden afgewezen.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.