ECLI:NL:RBDHA:2020:5065
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenverhaal bestuursdwang voor woonschip zonder vergunning in Den Haag
Op 9 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin de kosten van bestuursdwang voor het verwijderen van een woonschip zonder vergunning op haar werden verhaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat het woonschip was aangemeerd aan een ligplaats waarvoor geen vergunning was afgegeven, wat in strijd was met de Verordening op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag. Verweerder had eerder een last onder bestuursdwang opgelegd en de kosten van opslag en ontmanteling van het woonschip verhaald op eiseres. Eiseres betwistte de redelijkheid van de kosten en voerde aan dat de verwijtbaarheid gering was, maar de rechtbank oordeelde dat de last onder bestuursdwang in rechte vaststond en dat eiseres de overtreder was. De rechtbank concludeerde dat de kostenverhaalsbeschikking niet in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht en dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een uitzonderlijk geval. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.