Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juni 2020 in de zaak tussen
Stichting Respect Zorggroep, te Den Haag, eiseres
[derde-partij]te Den Haag.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Respect Zorggroep (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) (verweerder) over de toekenning van een IVA-uitkering. De zaak betreft een belanghebbende die na een auto-ongeluk in 2016 arbeidsongeschikt raakte en een WIA-uitkering aanvroeg. Verweerder kende de uitkering toe, maar op basis van een arbeidsongeschiktheidsklasse van 80 tot 100%. Eiseres maakte bezwaar tegen het besluit van verweerder, dat het bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft de zaak behandeld en deskundigenrapporten laten opstellen om de medische situatie van de belanghebbende te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de medische problemen van de belanghebbende complex zijn en dat de kans op herstel zeer gering is. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet op een juiste medische grondslag was gebaseerd en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank herstelde het primaire besluit en kende de belanghebbende met terugwerkende kracht een IVA-uitkering toe, met veroordeling van verweerder in de proceskosten en vergoeding van het griffierecht.