Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
De rechtbank heeft de gemachtigden op 25 mei 2020 telefonisch gehoord. De rechtbank heeft het onderzoek daarna gesloten.
Overwegingen
De rechtbank stelt ambtshalve het volgende voorop. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in haar uitspraak van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991) geoordeeld dat het recht om te worden gehoord een fundamenteel onderdeel is van de mogelijkheden die een vreemdeling heeft om zijn inbewaringstelling te bestrijden. Het grondrecht om te worden gehoord is echter niet absoluut. Onder voorwaarden kan dit recht worden beperkt. Ook staat het recht om gehoord te worden niet op zichzelf, het is onderdeel van de rechten van verdediging die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.