ECLI:NL:RBDHA:2020:4700
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- R.J.A. Schaaf
- E. Kersten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Iraanse nationaliteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een man van Iraanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels op dezelfde dag een uitspraak was gedaan op het beroep van de verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten, conform artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.