Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
(de officier van justitie, voorzieningenrechter)zit hier gewoon vet te liegen. Ik heb keihard aangetoond dat de verklaringen van de beweerde financiers van [A] zo vals als een kraai zijn. (…) Nu stelt u in het sepot van 16 mei jongstleden (..) dat (..) de getuigen zijn benaderd en te kennen hebben gegeven achter de inhoud van hun verklaringen te staan. Welnu, dit is onmogelijk, want dan zouden ze ook erkend moeten hebben dat ik bij hen langs ben geweest en mij kenden, iets wat ze tegenover mij en […] met kracht hebben ontkend, zoals in bovenstaande gesprekken is bewezen. (…) Voorts spreekt u zichzelf al tegen omdat niet door getuigen opgestelde, niet door hen getekende verklaringen, altijd valsheid in geschrifte oplevert. Dat u het tegendeel durft te beweren is te zot voor woorden. U wijst met drogredenen de door mij gewenste vervolging van de hand. Met andere woorden: ik geloof u eenvoudig niet. Er is op dit vlak helemaal geen onderzoek door de politie gedaan. Ik verzoek u dan ook de bewijzen voor het door u gestelde te leveren. (…)”
3.Het geschil
- het Openbaar Ministerie Noord-Holland beveelt om de aangifte van [eiser] op te nemen;
- het Openbaar Ministerie Noord-Holland beveelt zijn WOB-verzoeken binnen veertien dagen te beantwoorden en de gevraagde gegevens te verstrekken;
- het Openbaar Ministerie Noord-Nederland beveelt zijn WOB-verzoeken binnen veertien dagen te beantwoorden en de gevraagde gegevens te verstrekken.