ECLI:NL:RBDHA:2020:4520
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake asielaanvragen van Nigeriaanse eisers in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak hebben eisers, een Nigeriaans gezin, beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. De besluiten zijn genomen op 10 maart 2020, waarbij verweerder heeft gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen. Eisers hebben betoogd dat vanwege de Corona-pandemie en de daarmee samenhangende tijdelijke overdrachtsbelemmeringen, verweerder de aanvragen alsnog in behandeling had moeten nemen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de tijdelijke belemmeringen de vaststelling van Duitsland als verantwoordelijke lidstaat niet onrechtmatig maken. De rechtbank heeft overwogen dat de aanvragen van eisers niet in behandeling genomen hoefden te worden, omdat Duitsland al had ingestemd met de terugname van eisers. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. A.A. Dijk, en is openbaar gemaakt op 20 mei 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.