ECLI:NL:RBDHA:2020:4312

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
15 mei 2020
Zaaknummer
F.09/20/43
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ongedaanmaking storneringen in faillissement van TECHNISCHE BOEKHANDEL WALTMAN B.V.

In de zaak van het faillissement van TECHNISCHE BOEKHANDEL WALTMAN B.V. heeft de Coöperatie Graphic Art Supply Stores Holland U.A. een verzoek ingediend bij de rechter-commissaris om storneringen van facturen ongedaan te maken. De gefailleerde was op 11 februari 2020 in staat van faillissement verklaard, met mr. R.G.C. Veneman als rechter-commissaris en mr. S.M. Mosterd – de Wit als curator. De verzoekster stelde dat de curator onrechtmatig had gehandeld door drie facturen te storneren, maar de curator betwistte dit en stelde dat verzoekster niet ontvankelijk was in haar verzoek. De rechter-commissaris oordeelde dat het verzoek van verzoekster niet kon worden ingewilligd, omdat artikel 69 van de Faillissementswet niet bedoeld is om persoonlijke rechten tegenover de boedel geldend te maken. De storneringen waren rechtmatig, aangezien deze binnen de termijn van acht weken na incasso waren uitgevoerd. De rechter-commissaris verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek, en benadrukte dat de curator handelde in het belang van alle schuldeisers.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies – enkelvoudige kamer
insolventienummer: F.09/20/43
uitspraakdatum : 15 mei 2020
In het faillissement van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECHNISCHE BOEKHANDEL WALTMAN B.V.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [00000000],
statutair gevestigd te [plaats],
vestigingsadres: [adres, postcode en vestigingsplaats],
gefailleerde,
is ingediend een verzoek door:
Coöperatie Graphic Art Supply Stores Holland U.A.,
verzoekster,
De rechter-commissaris heeft kennis genomen van de hierna genoemde, door partijen overgelegde stukken. De inhoud van deze stukken dient hier als ingelast te worden beschouwd.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij vonnis van 11 februari 2020 is gefailleerde in staat van faillissement verklaard. Tot rechter-commissaris is, laatstelijk, benoemd mr. R.G.C. Veneman en als curator is aangesteld mr. S.M. Mosterd – de Wit, advocaat te 's-Gravenhage.
1.2.
Bij brief van 9 april 2020 heeft verzoekster zich tot de rechter-commissaris gericht met het verzoek om de curator te instrueren om op haar verzoek uitgevoerde storneringen van facturen van verzoekster ongedaan te maken.
1.3.
Bij brief van 8 mei 2020 heeft de curator op het verzoekschrift gereageerd. De curator stelt dat verzoekster niet kan worden ontvangen in haar verzoek. Ten overvloede heeft de curator zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van onrechtmatig of klachtwaardig handelen door de curator jegens verzoekster.

2.De feiten

2.1.
Van drie facturen van verzoekster aan gefailleerde die in rekening zijn gebracht en zijn geïncasseerd, zijn de incasso’s op verzoek van de curator gestorneerd:
-factuur 1023029 d.d. 9 januari 2020 ad € 2.177,61 is geïncasseerd op 20 januari 2020;
-factuur 1023042 d.d. 16 januari 2020 ad € 495,93 is geïncasseerd op 27 januari 2020;
-factuur 1023054 d.d. 23 januari 2020 ad € 522,42 is geïncasseerd op 3 februari 2020.
2.2.
De onder 2.1 genoemde facturen zijn alle drie op 20 februari 2020 gestorneerd en teruggeboekt naar de bankrekening van gefailleerde.
2.3.
Verzoekster maakt bij haar incasso’s gebruik van SEPA Incasso algemeen doorlopend.
2.4.
Bij gebruik van SEPA Incasso algemeen kan de betaler tot acht weken (56 kalenderdagen) na incassodatum de incasso zonder opgaaf van redenen laten storneren (zie ook: www.sepa.nl/sepa-incasso).

3.De beoordeling

Ontvankelijkheid
3.1.
Het ingediende verzoekschrift wordt, gelet op de inhoud daarvan, opgevat als een verzoek ex. artikel 69 Faillissementswet (hierna: Fw).
3.2.
Artikel 69 Fw biedt aan de daarin genoemde partijen de mogelijkheid invloed uit te oefenen op het beheer van de failliete boedel en om, zo zij menen dat er bij dit beheer fouten worden gemaakt, deze te doen herstellen of voorkomen. Artikel 69 Fw is niet bedoeld om persoonlijke rechten tegenover de boedel geldend te maken (vgl. HR 19 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8102).
3.3.
Het verzoek is erop gericht dat stornering van betalingen aan verzoekster ongedaan worden gemaakt. Dit kan niet anders worden opgevat dan als een verzoek om de persoonlijke rechten van verzoekster tegenover de boedel geldend te maken. Uit hetgeen onder 3.2 is overwogen volgt dat artikel 69 Fw daarvoor geen ruimte biedt, zodat verzoekster niet ontvankelijk is in haar verzoek.
Ten overvloede
3.4.
Nu verzoekster gebruik maakt van SEPA Incasso algemeen, en de facturen genoemd onder 2.1 alle drie zijn gestorneerd binnen acht weken na incasso-datum, is de stornering in zoverre rechtmatig.
3.5.
Dat geldt ook voor de opdracht tot stornering door de curator aan de bank. De curator oefent haar werkzaamheden uit ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Het is in het belang van die (gezamenlijke) schuldeisers dat betalingen die niet definitief zijn – en dus nog ongedaan kunnen worden gemaakt – worden gestorneerd. Zou de curator dat niet doen, dan komt de betreffende (niet definitieve) betaling slechts ten goede van één crediteur, hetgeen in strijd is met het geldende uitgangspunt dat schuldeisers van gelijke rang gelijk worden behandeld. Tegen die achtergrond dient het handelen van de curator niet als onrechtmatig worden gezien, maar was zij daartoe juist gehouden.

4.De beslissing

De rechter-commissaris:
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Gewezen door mr. R.G.C. Veneman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2020 in aanwezigheid van C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier.
Tegen deze beschikking kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen vijf dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de rechtbank Den Haag.