Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
- Eiseres is sinds september 2016 in Nederland en heeft met ingang van 1 september 2016 een verblijfsvergunning gekregen met als doel “studie”, geldig tot 31 maart 2018. Van september 2016 tot december 2016 heeft eiseres aan de Universiteit van Tilburg gestudeerd. Op 1 januari 2017 is eiseres begonnen aan een MBA studie aan de Erasmus universiteit. De Erasmus universiteit is vanaf 19 december 2016 referent van eiseres.
- Op 7 maart 2018 heeft de Erasmus universiteit voor eiseres een aanvraag ingediend tot verlenging van haar verblijfsvergunning. Op 23 maart 2018 heeft eiseres haar studie aan de Erasmus universiteit afgerond. Op 26 maart 2018 heeft verweerder de verblijfsvergunning verlengd tot 1 juli 2018. Op 7 mei 2018 heeft de Erasmus universiteit aan verweerder doorgegeven dat eiseres is afgestudeerd.
- Op 9 mei 2018 laat verweerder weten het voornemen te hebben de verblijfsvergunning van eiseres in te trekken. Op 21 mei 2018 heeft eiseres hierop gereageerd.
- Op 26 juni 2018 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier met het doel “zoekjaar hoogopgeleide”.
- Bij besluit van 4 juli 2018 heeft verweerder de verblijfsvergunning regulier met het doel “studie” ingetrokken per 23 maart 2018.
- Bij brief van 25 juli 2018 heeft verweerder aangekondigd dat hij van plan is aan eiseres een verblijfsdocument te verstrekken met de beperking “het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst” met een geldigheidsduur van 26 juni 2018 tot en met 26 juni 2019.
- Op 20 augustus 2018 heeft referent Accenture B.V. (Global Relocation Services BV) namens eiseres een aanvraag ingediend voor wijziging van de beperking van haar verblijfsvergunning “studie” in “arbeid als kennismigrant”. Met ingang van 1 september 2018 is aan eiseres een verblijfsvergunning verleend, geldig tot 1 september 2023.
4.1 De rechtbank volgt het standpunt van eiseres niet. Hoewel de aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning “studie” inderdaad door de erkend referent, in dit geval de Erasmus universiteit, is ingediend, neemt dat niet weg dat eiseres wist dan wel had kunnen en moeten weten dat haar afstuderen (mogelijk) gevolgen zou hebben voor haar verblijfsrecht. Eiseres had dan ook niet zonder meer erop mogen vertrouwen dat zij een verblijfsrecht had op grond van de aan haar verleende verlenging van haar verblijfsvergunning “studie”. Daar komt bij dat verweerder niet kan worden tegengeworpen dat drie dagen na het afstuderen de verlenging is toegekend. De aanvraag voor de verlenging was immers voor het afstuderen van eiseres ingediend. Eerst op 7 mei 2018 heeft de erkend referent aan verweerder gemeld dat eiseres haar studie op 23 maart 2018 heeft afgerond. Gelet op de beschikbare informatie heeft verweerder de verblijfsvergunning kunnen verlengen. De rechtbank is ook van oordeel dat verweerder eiseres voldoende heeft geïnformeerd. Zo heeft verweerder in het voornemen van 9 mei 2018 met een bijgevoegde Engelse vertaling van onderstaande punten eiseres persoonlijk erop gewezen dat haar verblijfsvergunning “studie” kan worden ingetrokken nu de Erasmus universiteit eiseres op 23 maart 2018 heeft afgemeld. Verder heeft verweerder het volgende opgenomen:
“Volledigheidshalve wijs ik op het volgende. Als u uw studie in Nederland met goed gevolg hebt afgerond en het diploma hebt behaald, kunt u een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking “het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst” aanvragen. Met deze verblijfsvergunning hebt u een jaar de tijd om een baan als kennismigrant te vinden. Meer informatie en het aanvraagformulier vindt u op www.ind.nl.”Dat dit voornemen niet duidelijk is omdat er staat dat de verblijfsvergunning
kanworden ingetrokken, volgt de rechtbank niet. Zoals verweerder ook aangeeft, kunnen zich altijd persoonlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan verweerder af moet zien van intrekking. Te denken valt aan de situatie waarin de erkend referent zich heeft vergist in de datum van afstuderen. Dat het voor eiseres onduidelijk was dat zij per ommegaande een vergunning zoekjaar hoogopgeleide diende aan te vragen omdat verweerder niet heeft gewezen op de termijnen en het mogelijk oplopen van een verblijfsgat, volgt de rechtbank evenmin. Weliswaar heeft verweerder in zijn brief van 25 juli 2018 slechts in het Nederlands aangegeven dat een verblijfsgat kan ontstaan, maar in het voornemen van 9 mei 2018 is duidelijk verwezen naar de website van verweerder waar eiseres informatie in het Engels had kunnen vinden. Onder het kopje
“Study”van de website had eiseres
“Looking for a job after study, promotion or research”kunnen aanklikken. Op die pagina staat onder de rubriek
“Frequently asked questions Looking for a job after study, promotion or research (orientation year)” de vraag: “
How much time do I have to apply for the orientation year after I completed my study programme or my doctoral programme, or after my scientific research in the Netherlands?”.Hier wordt ook gewezen op de mogelijkheid van het ontstaan van een verblijfsgat en hoe dit te voorkomen. Daarbij mocht van eiseres verwacht worden dat zij bij vragen over de inhoud van de brief van 25 juli 2018 of het voornemen van 9 mei 2019 contact had gezocht met verweerder. Dit heeft eiseres niet gedaan. Het beroep op de eerdergenoemde uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, en het rapport van de Nationale Ombudsman slaagt niet, omdat geen sprake is van een vergelijkbare situatie. In beide zaken werd uitsluitend met de erkend referent gecommuniceerd. In het geval van eiseres is het voornemen met eiseres zelf gecommuniceerd. Ook de aanvraag voor de verblijfsvergunning “zoekjaar hoogopgeleide” liep tussen verweerder en eiseres zelf.
De beroepsgrond slaagt niet.
5.1 Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid van artikel 4:84 Awb. Eiseres heeft daarvoor geen bijzondere omstandigheden aangevoerd. Met het ontstaan van een verblijfsgat en de gevolgen daarvan onderscheidt eiseres zich niet van andere vreemdelingen die te laat een aanvraag indienen. Daarbij is de mogelijkheid tot naturalisatie niet het doel van een “zoekjaar hoogopgeleide”. Bovendien kan de doelstelling van het beleid op zichzelf niet afdoen aan de omstandigheid dat aan de voorwaarden moet zijn voldaan. De handelswijze van verweerder is niet met het doel van het beleid in strijd. De verwijzing naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, slaagt niet. In die zaak was wel sprake van bijzondere omstandigheden. Ook de verwijzing van eiseres naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, gaat niet op. In die zaak is het niet tijdig indienen van de verlenging van de verblijfsvergunning “studie” toe te rekenen aan de nalatigheid van de referent. Daarvan is in dit geval geen sprake nu de aanvraag verblijfsvergunning “zoekjaar hoogopgeleide” is ingediend door eiseres zelf.
6.1 Artikel 3.82 Vb luidt als volgt:
7.1 Een bestuursorgaan mag slechts met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb van het horen afzien, indien er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de gronden van het bezwaar niet tot een andersluidend besluit kunnen leiden. Gelet op wat eiser in bezwaar heeft aangevoerd en de motivering van het primaire besluit, heeft verweerder het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond kunnen achten en van het horen van eiseres mogen afzien. Verweerder kan niet kan worden tegengeworpen dat eiseres zelf ervoor heeft gekozen geen gemachtigde in de arm te nemen. Daarbij heeft eiseres verweerder ook niet om uitleg gevraagd over de te volgen procedures. Dit komt voor de verantwoordelijkheid van eiseres. Zoals is overwogen in rechtsoverweging 4.1 gaat de verwijzing naar het rapport van de Nationale Ombudsman niet op. In die gevallen liep de communicatie, anders dan bij eiseres, via de erkend referent. Hieruit volgt dat het bezwaar kennelijk ongegrond is. De hoorplicht is niet geschonden.