ECLI:NL:RBDHA:2020:3951
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom en bestemmingsplan in het bestuursrecht
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan de eiser is opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning. De eiser, eigenaar van een pand aan het Rapenburg in Leiden, verhuurde drie appartementen aan toeristen, wat in strijd was met de Huisvestingsverordening en het bestemmingsplan Binnenstad I. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser meerdere besluiten van de gemeente heeft betwist, waaronder de invordering van de dwangsom van € 22.500,-. De rechtbank heeft de bestreden besluiten beoordeeld en geconcludeerd dat de gemeente terecht heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de appartementen permanent bewoond werden en dat de toeristische verhuur na de begunstigingstermijn van 18 mei 2018 is voortgezet. De rechtbank heeft de beroepen van de eiser ongegrond verklaard en de opgelegde dwangsom bevestigd. De uitspraak is gedaan in het kader van de handhaving van de Huisvestingsverordening en het bestemmingsplan, waarbij de rechtbank de bewijskracht van de rapportages van toezichthouders heeft erkend.