Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 27 maart 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig, de overige elementen vindt verweerder ongeloofwaardig. Eiseres heeft volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat bij haar sprake is van een bekering tot het christelijke geloof. Zelfs in het geval eiseres zou worden gevolgd in haar stellingname dat zij twijfels over de islam had, is het onduidelijk of deze twijfels bij anderen bekend waren en zij daardoor als afvallige zou kunnen worden beschouwd. Verder vindt verweerder het niet aannemelijk dat haar broer zijn zoontje mee zou nemen naar de huiskerk. Hieruit volgt dat ook niet aannemelijk is dat de autoriteiten op de hoogte zijn gekomen van het bestaan van de huiskerk. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).