ECLI:NL:RBDHA:2020:3436

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2020
Publicatiedatum
15 april 2020
Zaaknummer
C/09/590338 / FA RK 20-1707
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, een vrouw geboren in 1978, verblijft momenteel in een psychiatrische accommodatie en heeft te maken met een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, evenredig en effectief is. De machtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen die voor twee maanden gelden. De beschikking is gegeven door rechter H.A.G. Nijman, bijgestaan door griffier A.E. Babulall-Balkaran, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/590338 / FA RK 20-1707
Datum beschikking: 02 april 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag 1] 1978 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M.T. Wernsen te Den Haag.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 17 maart 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 17 maart 2020 met bijlagen;
- een zorgplan van 16 maart 2020 met bijlagen;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 19 maart 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 02 april 2020.
Vanwege de sluiting van de rechtbank in verband met de maatregelen rond het coronavirus zijn de volgende personen (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) gelijktijdig telefonisch door de rechtbank gehoord:
- de advocaat,
- de [psychiater 2] in aanwezigheid van de betrokkene,
- de [arts] ;
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

De betrokkene heeft verklaard dat het wel goed gaat en dat er wel wat aan de hand was. [de man] is niet haar partner maar een goede vriend. Naar zij stelt heeft de arts tegen haar gezegd dat het niet meer nodig is dat zij in het psychiatrisch ziekenhuis blijft. De betrokkene kan terug naar haar RIBW woning.
De advocaat heeft verklaard dat de betrokkene naar huis wil. De verwachting is dat ze snel naar huis kan. De advocaat begrijpt wel dat er nog tijd nodig is. Zij heeft voorts gesteld dat van de verzochte verplichte vormen van zorg de vormen onderzoek aan kleding lichaam, onderzoek van de woon- en verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen niet noodzakelijk zijn.
De psychiater heeft verklaard dat betrokkene goed herstelt. Er zijn wel uitschieters. De verwachting is dat de opname niet lang zal duren. De betrokkene heeft last van affectieve stabiliteit. Kleine incidenten kunnen bij haar een grote respons teweegbrengen of ze kan uit het niets van goed doen naar dysfoor overgaan of heel druk reageren. Dat moet stabiliseren. Binnen enkele weken zal betrokkene ontslagen worden uit het psychiatrisch ziekenhuis. De betrokkene werkt goed mee. Er is een stemmingsstabilisator aan de medicatie toegevoegd en dat heeft een positief effect. Zolang de opname voortduurt zijn de verzochte vormen van verplichte zorg met betrekking tot onderzoek aan kleding lichaam, onderzoek van de woon- en verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen wel noodzakelijk.

Beoordeling

Op 28 februari 2020 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 20 maart 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelen gerelateerde en verslavingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen, en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
De verplichte vormen van zorg met betrekking tot de opname in de accommodatie zal worden toegewezen voor de duur van maximaal twee maanden omdat de verwachting is dat de opname van de betrokkene niet langer nodig is. De vormen van verplichte zorg met betrekking tot onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen zullen eveneens worden toegewezen voor de duur van twee maanden. De psychiater heeft immers verklaard dat deze vormen noodzakelijk zijn zolang de betrokkene opgenomen is.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag 1] 1978 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van vocht voor de duur van zes maanden;
- toedienen van voeding voor de duur van zes maanden;
- toedienen van medicatie voor de duur van zes maanden;
- verrichten medische controles voor de duur van zes maanden;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen voor de duur van zes maanden;
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
- insluiten voor de duur van zes maanden;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden;
- onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van twee maanden;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van twee maanden;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van twee maanden;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van zes maanden;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de duur van zes maanden;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van twee maanden;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 20 september 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 02 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 09 april 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.