ECLI:NL:RBDHA:2020:3436
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, een vrouw geboren in 1978, verblijft momenteel in een psychiatrische accommodatie en heeft te maken met een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, evenredig en effectief is. De machtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen die voor twee maanden gelden. De beschikking is gegeven door rechter H.A.G. Nijman, bijgestaan door griffier A.E. Babulall-Balkaran, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.