Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2020 uitspraak gedaan in een bewaringszaak van een vreemdeling, eiseres, die in Nederland asiel heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, had op 15 maart 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, met een verzoek om schadevergoeding. Vanwege de coronamaatregelen heeft de rechtbank besloten om bewaringszaken zoveel mogelijk schriftelijk te behandelen, en vond er op 30 maart 2020 een conference call plaats met de advocaat van eiseres en de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank overweegt dat het horen van eiseres in persoon op dat moment niet mogelijk was door de coronamaatregelen en dat de communicatie over de asielprocedure door verweerder onzorgvuldig was. Echter, de rechtbank oordeelt dat de bewaring van eiseres rechtmatig is, omdat de termijn voor de behandeling van haar asielaanvraag binnen de wettelijke kaders valt. Eiseres voerde aan dat haar detentie onterecht voortduurt en dat zij niet in contact kan komen met Vluchtelingenwerk Nederland voor hulp bij haar asielaanvraag. De rechtbank oordeelt dat deze bezwaren niet voldoende zijn om het beroep gegrond te verklaren.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. Martens, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal dat alsnog worden zodra het weer mogelijk is.