Om te bepalen welke straf en/of maatregel voor de verdachte gepast is, kijkt de rechtbank naar de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en ook naar de persoon van de verdachte.
6.3.1De ernst van het feit
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, midden op de dag op een drukke plek.
Het slachtoffer dacht te moeten ingrijpen toen hij zag dat er een tasje van een meisje werd afgepakt door de verdachte (hoewel achteraf bleek dat de verdachte hiermee geen kwade bedoelingen had). Vervolgens is hij na een discussie door de verdachte en de medeverdachten achterna gezeten en hebben zij hem diverse malen geslagen en geschopt, terwijl hij op de tramrails lag. Zij hebben het slachtoffer ook tegen zijn hoofd geschopt en hem weerloos achtergelaten.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van een dergelijk geweldsdelict zich nog gedurende langere tijd angstig en onveilig kunnen voelen en/of psychische gevolgen van het gebeurde kunnen ondervinden. Bovendien nemen als gevolg van dit soort delicten de gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij in het algemeen toe.
Dit geldt zeker voor de vele mensen die op dat moment rondom station Holland Spoor getuige waren van de geweldshandelingen.
6.3.2De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Bij de bepaling van de strafmaat weegt de rechtbank mee dat de verdachte, blijkens zijn strafblad van 13 februari 2020, eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten. Deze eerdere veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden weer een geweldsfeit te plegen.
De rechtbank heeft de rapporten gelezen over het psychologisch onderzoek van de verdachte, op 19 december 2019 opgesteld door [naam 1] , MSc., orthopedagoog-generalist, en van de Raad van 2 maart 2020.
In het rapport van de deskundige leest de rechtbank, in aanvulling op wat reeds is besproken met betrekking tot de mate van toerekeningsvatbaarheid, dat de kans op herhaling, als de verdachte geen behandeling krijgt, als hoog wordt ingeschat.
De deskundige adviseert de rechtbank om de verdachte (deels) voorwaardelijk te
veroordelen met de bijzondere voorwaarden zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering in de vorm van ITB-CRIEM voor de duur van een half jaar, ook als dit inhoudt een ambulante behandeling in een forensische instelling. Geadviseerd wordt het continueren van de schoolgang en het handhaven van de avondklok voor de duur van zes maanden als bijzondere voorwaarden op te nemen, zodat zo min mogelijk negatieve beïnvloeding door leeftijdsgenoten kan plaatsvinden en de verdachte de tijd heeft om middels behandeling te werken aan voorkoming van recidive.
Om de kans op recidive te verkleinen is het verder voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte geïndiceerd om de huidige begeleiding vanuit Coach25 en de individuele- en FAST-behandeling vanuit De Waag voort te zetten.
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de deskundige voor wat betreft de kans op herhaling.
Uit het rapport van de Raad van 2 maart 2020 blijkt dat de verdachte zich sinds zijn schorsing van zijn goede kant heeft laten zien en zijn leven op een positieve manier heeft opgepakt. Er is geen sprake van herhaling van een strafbaar feit, hij houdt zich aan de gemaakte afspraken en hij gaat dagelijks volgens rooster naar school en stage.
In de thuissituatie wordt moeder (bij wie de verdachte veel veiligheid ervaart) ondersteund in haar opvoedvaardigheden door tweemaal per week contact te hebben met de behandelaar van De Waag. De verdachte heeft eenmaal per week contact met deze behandelaar,
mevrouw [naam 2] . Bij dit contact is specifiek aandacht voor de specifieke problemen van de verdachte (stress, boosheid, rouwverwerking, vergroten van emotieregulatie en copingsvaardigheden). Hiernaast is er regie vanuit de jeugdreclassering (veel vertrouwen) en regelmatig contact met de coach (van Coach 25) die zich vooral richt op praktische zaken.
In zijn vrije tijd heeft de verdachte contact met zijn neven uit Rotterdam en heeft hij veel
plezier met het maken van muziek. Er is geen sprake van “buitenhang” gedrag of
echt uitgaan.
Het belang dat de ingezette hulpverlening doorgaat is groot, aangezien dit is gericht op het
voorkomen van herhaling en gericht op een gezonde ontwikkeling. Gezien de ernst van de verdenking is de Raad van mening dat een voorwaardelijke jeugddetentiestraf passend is.
Op de zitting is namens de Raad desgevraagd meegedeeld dat de door de deskundige geadviseerde begeleiding door ITB Criem en ook de avondklok niet meer nodig zijn.
Van de zijde van de jeugdreclassering is meegedeeld dat de behandeling bij De Waag noodzakelijk is en dat op dit moment tijdens de individuele behandeling de rouwverwerking aan de orde zal komen en het leren beheersen van de emoties van de verdachte, ook op school. Er wordt hierbij ook aan psychomotorische therapie, zoals rappen, gedacht.
De systeemtherapie is belangrijk om het gezin te ondersteunen en de moeder sterk te laten zijn. Samen met de coach is de verdachte naast school op zoek naar een bijbaan.
6.3.3De straf / maatregel
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals neergelegd in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting.
Hoewel de officier van justitie een deels voorwaardelijke jeugddetentie heeft gevorderd, zal de rechtbank deze eis niet volgen.
De rechtbank weegt daarbij mee dat het een ernstig feit is, maar dat het slachtoffer zelf ook een aandeel in het gebeurde heeft gehad door zich provocerend te gedragen, hoewel de rechtbank benadrukt dat daarin geen excuus is gelegen voor de mate van geweldpleging tegen het slachtoffer. Verder weegt de rechtbank mee dat de verdachte inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn handelen en over het algemeen goed heeft meegewerkt aan de schorsende voorwaarden, die een serieuze verandering in zijn houding van hem vergden.
De nadruk van de strafoplegging moet nu liggen op de begeleiding en behandeling van de verdachte om herhaling te voorkomen. Het voorgestelde traject van coaching en behandeling is intensief en zal daarom veel inspanning van de verdachte vergen.
Alles afwegende ziet de rechtbank reden de verdachte een deels voorwaardelijke werkstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering, inclusief de meldplicht, het meewerken aan begeleiding door Coach25, het volgen van een individuele- en systeembehandeling bij De Waag en het volgen van onderwijs volgens het lesrooster.
De tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, zal van het onvoorwaardelijke deel van de werkstraf worden afgetrokken. De rechtbank rekent hier in navolging van de officier van justitie 15 dagen, zijnde 30 uren, voor. Dit is inclusief de twee dagen die de verdachte voor een gevorderde opheffing van de schorsing in hechtenis heeft gezeten.