ECLI:NL:RBDHA:2020:2411
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verlenging geldigheidsduur GVVA voor specialiteitenkok Chinese keuken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Chinese nationaliteit houder, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor de verlenging van de geldigheidsduur van zijn gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) voor de functie van specialiteitenkok in de Chinese keuken. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris, omdat niet was aangetoond dat voldaan werd aan de voorwaarden van het Vreemdelingenbesluit 2000 en de Wet arbeid vreemdelingen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de werkgever van de eiser het toegezegde marktconforme salaris niet had betaald, wat leidde tot de afwijzing van de aanvraag. Eiser voerde aan dat zijn werkgever en voormalig gemachtigde hem onjuist hadden geadviseerd en dat de tekortkomingen niet aan hem konden worden toegerekend. De rechtbank oordeelde echter dat er geen ruimte was voor een belangenafweging en dat de aanvraag niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.