ECLI:NL:RBDHA:2020:2399
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling wegens ontbreken geldige mvv
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Marokkaanse vrouw geboren in 1964, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling, maar deze aanvraag werd op 5 december 2018 afgewezen omdat zij niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiseres had op 2 januari 2018 haar aanvraag ingediend, maar verweerder stelde dat zij onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat het voor haar gezondheid niet verantwoord was om te reizen. Eiseres had geen toestemming gegeven voor het opvragen van medische informatie en had ook geen beroep gedaan op de hardheidsclausule.
Na een bezwaarprocedure, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard, heeft zij beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 januari 2020 was eiseres niet aanwezig, maar haar gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank overwoog dat eiseres niet voldeed aan de vereisten voor vrijstelling van het mvv-vereiste en dat verweerder op goede gronden had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd was met de wet of de beginselen van behoorlijk bestuur. Eiseres had ook geen voldoende onderbouwing gegeven voor haar beroep op artikel 8 van het EVRM en artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.