3.1.[eiser] vordert dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat NN niet gerechtigd was tot de verlaging van de uitkering per 19 juli 2016, respectievelijk tot staking van de uitkering per 1 december 2016;
voor recht verklaart dat NN per 19 juli 2016, althans 1 december 2016, althans 23 oktober 2017, althans 20 februari 2018, in verzuim is;
voor recht verklaart dat NN op en na 19 juli 2016 aan [eiser] een uitkering naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 80-100% verschuldigd is bij een verzekerde jaarrente van € 53.475;
NN veroordeelt om op en na 19 juli 2016 aan [eiser] te betalen een bedrag van € 146,51 bruto per dag onder aftrek van hetgeen NN reeds ten titel van uitkering heeft betaald;
NN veroordeelt om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente over de onder 4 genoemde uitkering telkens met ingang van de 1e dag van de maand volgend op de maand waarop deze betrekking heeft;
voor recht verklaart dat [eiser] op en na 19 juli 2016 onverminderd recht heeft op premievrijstelling van de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
NN veroordeelt om aan [eiser] terug te betalen alle premies die hij op en na 19 juli 2016 voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft betaald;
NN veroordeelt om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente over de onder 7 genoemde premies telkens met ingang van betaling door [eiser] tot de dag van terugbetaling door NN;
NN veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.084,60 wegens buitengerechtelijke advocaatkosten, althans € 1.707, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van indiening van de procesinleiding;
NN veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.572,77 wegens kosten medisch adviseur, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van indiening van de procesinleiding;
voor recht verklaart dat NN aan [eiser] dient te vergoeden de belastingschade en de redelijke kosten van berekening van de belastingschade door een accountant;
NN veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dit vonnis;
NN veroordeelt in de nakosten.
14. ingevolge artikel 194 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) deskundigen, namelijk een psychiater en vervolgens een neuroloog, verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, benoemt en daarbij de vragen stelt zoals voorgesteld door [eiser], om vervolgens de vorderingen zoals hiervoor onder primair geformuleerd, toe te wijzen.