ECLI:NL:RBDHA:2020:1580

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
24 februari 2020
Zaaknummer
C/09/585836 / JE RK 19-3170
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in verband met zorgen over jeugdzorg en woonplek

Op 4 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, geboren in 2005, die zich zorgen maakt over zijn toekomst en de sluiting van de jeugdzorginstelling waar hij verblijft. De minderjarige heeft op 23 december 2019 een brief aan de kinderrechter gestuurd, waarin hij verzocht om een bijzondere curator die hem kan helpen bij het vinden van passende hulp. De ouders van de minderjarige, die het ouderlijk gezag over hem hebben, maken zich ook zorgen over de situatie en willen dat hij op een plek kan wonen waar hij de juiste begeleiding krijgt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een situatie waarin de minderjarige knel zit, gezien zijn autisme en gedragsproblemen, en dat hij speciale hulp nodig heeft om goed te kunnen opgroeien.

De kinderrechter heeft mr. P. Drenth benoemd tot bijzondere curator, die de belangen van de minderjarige zal behartigen in de zoektocht naar een nieuwe woonplek en de juiste hulp. De kinderrechter benadrukt het belang van de stem van de minderjarige in deze procedure, aangezien het gaat om zijn toekomst en de plek waar hij moet wonen. De bijzondere curator krijgt de opdracht om met en namens de minderjarige te overleggen over de benodigde hulp en woonplek. Daarnaast moet de bijzondere curator over zes maanden een verslag indienen bij de rechtbank over de voortgang van de zaak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- & Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/585836 / JE RK 19-3170
Datum uitspraak: 4 februari 2020

Beschikking van de kinderrechter

Benoeming bijzondere curator ex artikel 1:250 BW

naar aanleiding van de op 23 december 2019 ingekomen brief van de minderjarige:

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats]

hierna wordt hij genoemd: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man 1] ,

hierna wordt hij genoemd: de vader,
en

[de vrouw] ,

hierna wordt zij genoemd: de moeder,
hierna worden zij samen genoemd: de ouders,
beiden wonende te [woonplaats]
bijgestaan door advocaat mr. R.H.P. Feiner, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

[minderjarige] heeft een brief aan de kinderrechter geschreven, die op 23 december 2019 is ontvangen. De advocaat van de ouders heeft daarna op 24 januari 2020 een faxbericht aan de kinderrechter gestuurd en een e-mailbericht met bijlage.
Op 28 januari 2020 zijn [minderjarige] , de ouders en de advocaat van de ouders op uitnodiging van de kinderrechter naar de rechtbank gekomen. De kinderrechter heeft daar met hen gesproken over de brief van [minderjarige] . De heer [vertegenwoordiger van de raad] was daar ook bij aanwezig namens de Raad voor de Kinderbescherming om de kinderrechter te adviseren. Centrum Jeugd en Gezin (CJG) van de [gemeente] waar de ouders wonen, was ook uitgenodigd maar namens hen is niemand verschenen.

De feiten

De vader en de moeder hebben het ouderlijk gezag over [minderjarige] . Dat betekent dat zij de belangrijke beslissingen moeten nemen over [minderjarige] .
[minderjarige] is niet onder toezicht gesteld (OTS). Dat betekent dat hij geen jeugdbeschermer heeft die op hem let en hem helpt.
[minderjarige] woont niet thuis, maar op een groep in een instelling van De Hoenderloo Groep (DHG).

Het verzoek[minderjarige] heeft in zijn brief aan de kinderrechter gevraagd om een bijzondere curator over hem te benoemen, die hem kan helpen bij het vinden van passende hulp. [minderjarige] maakt zich namelijk zorgen over zijn toekomst, omdat de instelling waar hij nu woont waarschijnlijk dit jaar zal sluiten. Hij heeft daarom een nieuwe woonplek nodig. [minderjarige] maakt zich zorgen dat er geen nieuwe en passende woonplek voor hem wordt gevonden voordat de instelling sluit. Hij kan niet zomaar ergens wonen, omdat hij vanwege zijn autisme en gedragsproblemen extra begeleiding nodig heeft. Daarom kan hij ook niet thuis bij zijn ouders wonen. [minderjarige] vindt dat er niet goed naar hem geluisterd wordt en dat niemand ervoor zorgt dat hij goede hulp krijgt. Hij heeft er weinig vertrouwen in. Daarom heeft [minderjarige] gevraagd of de advocaat mr. P. Drenth als bijzondere curator kan worden benoemd om hem te helpen. [minderjarige] kent mr. Drenth al van een eerdere procedure bij de kinderrechter.

De ouders van [minderjarige] maken zich ook zorgen over de sluiting van de instelling en de toekomst van [minderjarige] . Zij willen graag dat [minderjarige] op een plek kan wonen waar hij zich fijn voelt en de juiste begeleiding krijgt. De advocaat van de ouders heeft aan de kinderrechter uitgelegd dat de ouders en [minderjarige] op dit moment hetzelfde willen, namelijk een passende nieuwe woonplek voor [minderjarige] in de omgeving van [gemeente] waar hij langere tijd kan wonen. Er is wel een (groot) risico dat zij op enig moment iets anders dan [minderjarige] willen, als een passende plek voor [minderjarige] onzeker blijft. [minderjarige] wil dan misschien liever thuis wonen, maar dat kan niet. Het is daarom belangrijk dat iemand anders de stem van [minderjarige] naar voren kan brengen in de zoektocht naar een nieuwe woonplek.
De heer [vertegenwoordiger van de raad] van de Raad voor de Kinderbescherming heeft de kinderrechter geadviseerd om de bijzondere curator over [minderjarige] te benoemen.

De beoordeling van de kinderrechterDe kinderrechter kan een bijzondere curator benoemen die een kind kan vertegenwoordigen en voor zijn of haar belangen kan opkomen. Dat staat in artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek. Er moet dan sprake zijn van een conflict tussen het kind en de ouder(s) of voogd(en). Het is niet altijd duidelijk wanneer er zo’n conflict is. Daarom is het advies van de Kinderombudsman om een bijzondere curator te benoemen als een kind in de knel zit.

In het geval van [minderjarige] vindt de kinderrechter dat er sprake is van een situatie waarin [minderjarige] knel zit. De kinderrechter vindt deze situatie wel uitzonderlijk, om de volgende redenen. Bij [minderjarige] is sprake van ingewikkelde problematiek. Hij heeft autisme en hij kan zichzelf en anderen om hem heen in gevaar brengen. Daarom heeft hij speciale hulp nodig om goed te kunnen opgroeien en kan hij niet thuis wonen. Hij heeft begeleiding, zorg, structuur en duidelijkheid nodig voor de problemen die hij in het dagelijkse leven ervaart. Op dit moment is het erg onzeker of [minderjarige] de speciale hulp kan blijven krijgen die hij nodig heeft. Deze onzekerheid ervaart [minderjarige] zelf ook en dat is zorgelijk, gelet op zijn problematiek. De kinderrechter begrijpt dat iedereen om [minderjarige] heen het belangrijk vindt dat hij de speciale hulp krijgt op een passende woonplek. Veel volwassenen zijn met elkaar aan het praten over wat er nodig is voor [minderjarige] - zoals de ouders, de hulpverleners en de [gemeente] - maar [minderjarige] vindt dat niemand met hem praat. Het gaat ook om ingewikkelde beslissingen en procedures, waar [minderjarige] niet altijd bij betrokken kan zijn omdat hij nog minderjarig is.
De kinderrechter vindt het belangrijk dat er naar de mening van [minderjarige] geluisterd wordt. Het gaat ten slotte om de plek waar [minderjarige] moet wonen en om zijn toekomst. De kinderrechter zal daarom een bijzondere curator benoemen die voor de belangen van [minderjarige] kan opkomen, zowel in de rechtbank als daarbuiten. De kinderrechter zal mr. P. Drenth benoemen, die heeft aangegeven dat hij de bijzondere curator van [minderjarige] wil zijn.
Aan de bijzondere curator geeft de kinderrechter de opdracht om met en namens [minderjarige] mee te denken en te praten over een passende woonplek en de juiste hulp. De kinderrechter ziet voor de bijzondere curator een rol weggelegd om de stem van [minderjarige] te vertegenwoordigen en zijn belangen te behartigen in het proces om een vervolgplek te vinden en bij de gesprekken die daarover op verschillende niveaus worden gevoerd. De bijzondere curator dient zich ervoor in te spannen dat [minderjarige] de jeugdhulp kan krijgen die hij nodig heeft en die past bij zijn problematiek. De kinderrechter vraagt aan de bijzondere curator om ‘de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW’ te volgen. De kinderrechter wijst de ouders er op dat zij ook moeten meewerken met de bijzondere curator.
De kinderrechter vraagt aan de bijzondere curator om over zes maanden in een verslag te laten weten wat er in deze maanden is gebeurd en wat de stand van zaken is. Nadat de kinderrechter het verslag heeft ontvangen en gelezen zal beslist worden of het nodig is dat [minderjarige] , de bijzondere curator, de ouders en hun advocaat weer naar de rechtbank komen om verder te praten.

De beslissing

De kinderrechter:
benoemt tot bijzondere curator:
-
mr. P. Drenth, advocaat gevestigd te Den Haag,
over de minderjarige:
-
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats] ;
verzoekt de bijzondere curator om
uiterlijk 4 augustus 2020een verslag te sturen aan de rechtbank en de belanghebbenden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, kinderrechter, bijgestaan door mr. S.T. Viezee als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2020.