ECLI:NL:RBDHA:2020:15322
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in een bestuursrechtelijke procedure inzake visum aanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 13 oktober 2020 een beslissing genomen over de heropening van het onderzoek in een bestuursrechtelijke procedure. De eiser, vertegenwoordigd door mr. Y. Rikken, had een aanvraag voor een visum kort verblijf ingediend, welke door de Minister van Buitenlandse Zaken was afgewezen. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 26 november 2019, waarin het beroep van eiser gegrond werd verklaard, heeft de Minister opnieuw beslist op het bezwaar van eiser. Echter, na een reeks van besluiten, waaronder het bestreden besluit II en III, heeft eiser opnieuw beroep ingesteld tegen het laatste besluit van de Minister. Tijdens de zitting op 28 augustus 2020, die vanwege coronamaatregelen via Skype plaatsvond, hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat de beoordeling van het beroep van eiser afhankelijk is van prejudiciële vragen die zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en de behandeling van het beroep te schorsen totdat het HvJ EU uitspraak heeft gedaan in de relevante zaken. De rechtbank heeft de beslissing op 13 oktober 2020 openbaar uitgesproken.