Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van vreemdelingenbewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De eiser was op 19 juli 2020 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring nog steeds voortduurt en dat de eiser beroep heeft ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, met een verzoek om schadevergoeding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat de eiser stelt dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de argumenten van de eiser niet voldoende zijn om te concluderen dat de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van 21 oktober 2020, waarin de maatregel van bewaring ook al was getoetst. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voortgang van het onderzoek bij de Marokkaanse autoriteiten nog steeds loopt en dat er geen aanwijzingen zijn dat er geen laissez passer (lp) zal worden afgegeven.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.