Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die stelt de Surinaamse nationaliteit te hebben. De maatregel van bewaring was op 16 juni 2020 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Eiser verzocht om schadevergoeding en stelde dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering naar Suriname was, en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende stappen heeft ondernomen om de afgifte van een laissez passer aan te vragen bij de Surinaamse autoriteiten en dat er geen bewijs was dat deze autoriteiten geen lp zouden afgeven. Eiser heeft ook aangevoerd dat zijn medische gesteldheid achteruitging door de langdurige bewaring, maar de rechtbank oordeelde dat de belangen van verweerder bij voortduring van de bewaring zwaarder wogen dan die van eiser, vooral omdat de eerste zes maanden van de bewaring nog niet verstreken waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. C. Karman, in aanwezigheid van griffier N.J.R. Kalaykhan, en werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.