ECLI:NL:RBDHA:2020:15159

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
NL20.12103
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege indiening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, een beroep had ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door T. Hogervorst. Eiseres had een herhaalde asielaanvraag ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft op 24 mei 2020 een ingebrekestelling verstuurd, waardoor zij haar beroep kon instellen na 8 juni 2020. De rechtbank constateert echter dat het beroepschrift op 8 juni 2020 is ingediend, wat een dag te vroeg is. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om te reageren op het verweerschrift van de Staatssecretaris, maar heeft geen reactie ontvangen.

De rechtbank overweegt dat er geen situatie is waarin van eiseres niet redelijkerwijs kan worden gevergd dat zij het bestuursorgaan in gebreke stelt voordat zij beroep instelt. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 24 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.12103
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: T. Hogervorst).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar herhaalde asielaanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Awb.
3. Een beroep niet tijdig beslissen kan pas worden ingediend wanneer twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft meegedeeld dat het in gebreke is. Alleen wanneer van de belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij het bestuursorgaan in gebreke stelt, kan het beroepschrift worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen.
4. Eiseres heeft verweerder op 24 mei 2020 een ingebrekestelling verstuurd. Dat betekent dat eiseres haar beroep kan instellen na 8 juni 2020. De rechtbank stelt vast dat eiseres haar beroepschrift heeft ingediend op 8 juni 2020. Dat is dus (een dag) te vroeg. De rechtbank heeft eiseres schriftelijk verzocht om te reageren op het verweerschrift en heeft daarmee eiseres in de gelengheid gesteld om te reageren op het standpunt van verweerder en om aan te geven waarom zij haar beroepschrift te vroeg heeft ingediend. De rechtbank heeft hierop geen reactie ontvangen.
5. Naar het oordeel van de rechtbank doet zich niet een situatie voor waarin niet redelijkerwijs van eiseres kan worden gevergd dat zij het bestuursorgaan in gebreke stelt alvorens beroep in te stellen.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt de uitspraak alsnog, voor zover nodig, in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
24 september 2020

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.