ECLI:NL:RBDHA:2020:15159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, een beroep had ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door T. Hogervorst. Eiseres had een herhaalde asielaanvraag ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft op 24 mei 2020 een ingebrekestelling verstuurd, waardoor zij haar beroep kon instellen na 8 juni 2020. De rechtbank constateert echter dat het beroepschrift op 8 juni 2020 is ingediend, wat een dag te vroeg is. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om te reageren op het verweerschrift van de Staatssecretaris, maar heeft geen reactie ontvangen.
De rechtbank overweegt dat er geen situatie is waarin van eiseres niet redelijkerwijs kan worden gevergd dat zij het bestuursorgaan in gebreke stelt voordat zij beroep instelt. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 24 september 2020.