ECLI:NL:RBDHA:2020:15154

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
NL20.7564
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege indiening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B.D. Lit, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door T. Hogervorst, omdat er nog geen besluit was genomen op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat een bestuursorgaan verplicht is om binnen een bepaalde termijn te beslissen op een aanvraag. Eiser had zijn asielaanvraag op 26 september 2019 ingediend en verweerder had uiterlijk op 26 maart 2020 moeten beslissen. Echter, eiser heeft verweerder pas op 2 maart 2020 in gebreke gesteld, terwijl de beslistermijn op dat moment nog niet was overschreden. Hierdoor heeft eiser zijn beroepschrift te vroeg ingediend, wat betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.7564
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. B.D. Lit), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: T. Hogervorst).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Awb.
3. Op een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd moet binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag worden beslist (artikel 42, lid 1, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw)). Eiser heeft zich op 25 september 2019 bij het AC Ter Apel gemeld en op 26 september 2019 een asielaanvraag ingediend bij verweerder. Verweerder had dus uiterlijk op 26 maart 2020 moeten beslissen.
4. Uit de stukken blijkt dat eiser verweerder op 2 maart 2020 in gebreke heeft gesteld. De beslistermijn was op dat moment nog niet overschreden. Dat betekent dat eiser zijn beroepschrift te vroeg heeft ingediend en dat daarmee dus niet is voldaan aan de in rechtsoverweging 2 genoemde voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Eiser krijgt daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt de uitspraak alsnog, voor zover nodig, in het openbaar uitgesproken.
Deze uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
24 september 2020

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u hiertegen in verzet. U moet hiervoor binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt een verzetschrift indienen. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.