Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 15 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- afstand nemen van de islam;
- bekering tot het christendom en de daaruit volgende problemen.
De rechtbank stelt vast dat in het voornemen is opgenomen dat eiser binnen vier weken een zienswijze kan indienen. Eiser heeft tijdig, bij brief van 20 april 2020, een zienswijze ingediend. In de zienswijze is de volgende mededeling opgenomen
:“Als gevolg van de corona crisis ben ik niet in staat geweest om het voornemen op een zorgvuldige wijze met belanghebbende door te spreken. Gelet hierop kan/zal de zienswijze nemen niet volledig zijn.” Uit het dossier blijkt niet dat eiser op enig moment heeft gevraagd om verlenging van de termijn voor het indienen van de zienswijze. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit voornoemde passage evenmin een verzoek om uitstel om nog een aanvullende zienswijze in te dienen. Eiser heeft ook niet aangegeven welke punten hij wilde aanvullen. De beroepsgrond niet slaagt.
Afstand nemen van de islam
.Over het eten op straat tijdens de ramadan is de rechtbank voorts van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat niet valt in te zien dat eiser het risico neemt om overdag te eten tijdens de ramadan, ook niet in een rustige achterafstraat, terwijl hij weet dat dit strafbaar is in Iran. Dat mensen, zoals eiser heeft aangevoerd, soms verkeerde risico inschattingen maken, doet hier niet aan af. Eiser heeft verder niet onderbouwd dat hij is opgepakt en een voorwaardelijke straf heeft gekregen voor het eten tijdens de ramadan. Anders dan eiser stelt, mocht dit wel van hem worden verwacht. De beroepsgrond slaagt niet.
Bekering
Rapport Stichting Gave
Problemen als gevolg van de bekering
De rechtbank is tot slot van oordeel dat verweerder relevant heeft mogen achten dat tussen de inval in de huiskerk op 17 december 2017 en de dagvaarding van 9 april 2018 bijna vier maanden tijdsverloop zit, in welke periode eiser een visum heeft kunnen regelen en zonder problemen op 18 maart 2018 legaal heeft kunnen uitreizen. Eisers enkele verklaring op de zitting dat zijn uitreis voor hem is geregeld is in dit verband ontoereikend. De beroepsgrond slaagt niet.