ECLI:NL:RBDHA:2020:15018
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geen toepassing kampeerautotarief motorrijtuigenbelasting wegens niet voldoen aan inrichtingseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde F.J. van Schip, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had een verzoek ingediend voor toepassing van het bijzondere tarief voor kampeerauto’s, maar de Belastingdienst legde een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op, omdat het motorrijtuig niet voldeed aan de inrichtingseisen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het motorrijtuig, een Nissan NV 200, niet aan de eisen voldeed, omdat het zogenaamde 'fiscale blok' niet paste. Eiser had eerder een verzoek ingediend voor het kampeerautotarief, maar de rechtbank oordeelde dat hij ten onrechte aanspraak had gemaakt op dit tarief.
De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet had aangetoond dat hij geen verwijt kon worden gemaakt. De rechtbank oordeelde dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het onderzoeken of zijn motorrijtuig voldeed aan de geldende eisen. De verzuimboete die aan eiser was opgelegd, bleef in stand, omdat de rechtbank van mening was dat de hoogte van de boete passend was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, waar partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep kunnen instellen.