ECLI:NL:RBDHA:2020:14985
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag op basis van verblijfsvergunning in Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 december 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, had op 16 april 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 16 november 2020 niet-ontvankelijk verklaard, omdat Italië aan eiser internationale bescherming had verleend en hij een verblijfsvergunning had gekregen die geldig was tot 30 maart 2023. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat hij in Italië geen asiel had aangevraagd en dat de verblijfsvergunning die aan hem zou zijn verleend, waarschijnlijk vals was. Tijdens de zitting op 14 december 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is de zaak behandeld samen met een andere procedure.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris in beginsel mag afgaan op de informatie van de Italiaanse autoriteiten, mits deze informatie actueel en relevant is. De rechtbank concludeert dat de informatie van Italië voldoende duidelijkheid biedt over de verblijfsrechtelijke positie van eiser. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij niet overeenkomstig de verdragsbeginselen in Italië zal worden behandeld. De rechtbank oordeelt dat eiser niet kan terugkeren naar Italië, omdat hij daar werd bedreigd en gedwongen werd een crimineel leven te leiden, maar deze stelling is onvoldoende onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.