ECLI:NL:RBDHA:2020:14866

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
NL20.17434
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.M.A. Breuls, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.C. Theodoulou, afgewezen bij besluit van 18 september 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 14 oktober 2020, waarbij verzoeker en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting werd ook de behandeling van een andere zaak, NL20.17433, besproken.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 oktober 2020, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.17434
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.M.A. Breuls), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: J.C. Theodoulou).

Procesverloop

Bij besluit van 18 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.17433, plaatsgevonden op 14 oktober 2020. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.17433, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Karman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
zaaknummer: NL20.17434 2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 oktober 2020

Documentcode: [documentnummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.