ECLI:NL:RBDHA:2020:14573

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 september 2020
Publicatiedatum
8 april 2021
Zaaknummer
NL19.31796
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van echtpaar uit Irak wegens ongeloofwaardigheid van verklaringen en gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 14 september 2020 uitspraak gedaan in de asielprocedure van een echtpaar uit Irak. De eisers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. T. der Bedrosian, hebben een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, omdat zij op essentiële punten tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd en onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun vrees voor vervolging in Irak.

Eisers hebben verklaard dat zij bedreigd zijn door de familie van eiseres en stammen in Irak, vooral na het huwelijk en de deelname van eiseres aan een videoclip. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eisers niet consistent zijn en dat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij daadwerkelijk gevaar lopen bij terugkeer naar Irak. De rechtbank heeft verweerder in zijn besluit gevolgd, dat de relevante elementen van het asielrelaas niet geloofwaardig zijn geacht.

De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eisers onvoldoende onderbouwing hebben geleverd voor hun claims over dreigementen en dat de documenten die zij hebben overgelegd niet overtuigend zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eisers niet in aanmerking komen voor asiel op grond van artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij als vluchteling kunnen worden aangemerkt of dat zij bij terugkeer naar Irak een reëel risico lopen op ernstige schade. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL19.31796
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiseres] en [eiser], eisers
V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. T. der Bedrosian), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.P. de Boo).

Procesverloop

Bij besluit van 24 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2020. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde en mr. D. Aygur. Als tolk is verschenen de heer J.A. Matti. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding

Eisers hebben op 28 november 2017 hun asielaanvraag ingediend.
Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
eiseres heet [eiseres] , is geboren op [1998] te [geboorteplaats] , Irak;
eiser heet [eiser] , is geboren op [1996] en heeft de Iraakse nationaliteit;
eisers zijn met elkaar getrouwd;
een aantal familieleden van eiser, waaronder zijn vader, heeft in 2006 in Irak met de Amerikanen samengewerkt. Hierdoor is de familie bedreigd. Het gezin is daarom in 2007 teruggegaan naar de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) waar zij al eerder hadden
gewoond (van 2003 tot 2006);
5. eiser is in oktober 2016 naar Irak gegaan omdat hij om de hand van eiseres wilde vragen. Tijdens het bezoek aan de familie kwam een broer van eiseres binnen en maakte duidelijk dat een huwelijk uitgesloten was waarna een woordenwisseling zou hebben plaatsgevonden. Eiser zou hierbij geslagen en bedreigd zijn waarna hij weggestuurd werd. Hierna zou de broer van eiseres haar geslagen hebben, op de muur geschoten hebben en haar paspoort verscheurd hebben zodat zij niet weg kon. Eisers zouden vervolgens met de hulp van een zus een nieuw paspoort en het huwelijk geregeld hebben waarna zij naar Turkije gevlucht zijn;
6. in juni 2017 gingen eisers naar Irak terug in verband met de opname van een videoclip waaraan eiseres zou meewerken. De familie van eiseres kwam hier achter waarna eisers bedreigingen hebben ontvangen van de familie van eiseres en de stammen van zowel eiser als eiseres. Eisers zijn door de stammen vogelvrij verklaard. Zij zijn daarom naar Erbil gegaan waar zij tot augustus 2017 hebben verbleven om vervolgens naar Turkije te vertrekken en via Turkije Europa in te reizen.

Het bestreden besluit

3. Verweerder heeft de relevante elementen onder de punten 1, 2 en 3 geloofwaardig geacht. De relevante elementen onder 4, 5 en 6 heeft verweerder niet geloofwaardig geacht. Eisers hebben op essentiële punten innerlijk tegenstrijdige, niet sluitende, ongerijmde en onwaarschijnlijke verklaringen afgelegd alsmede onderling tegenstrijdige verklaringen afgelegd zodat sprake is van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas van betrokkenen op deze elementen. Verweerder komt daarom tot de conclusie dat eisers daardoor niet in aanmerking komen voor een asielvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Zij hebben niet aannemelijk gemaakt dat zij kunnen worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag1 of dat zij bij terugkeer naar Irak een reëel risico lopen op ernstige schade. Verweerder heeft de aanvragen van eisers afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid van de Vw in samenhang met artikel 30b, eerste lid, onder e, van de Vw.

Het standpunt van eisers

4. Eisers kunnen zich niet met het bestreden besluit verenigen. Eisers hebben in hun zienswijzen en beroep uitgebreid gemotiveerd gereageerd op de standpunten van verweerder over, onder meer, de waarde van stukken die door hen zijn overgelegd, tegenstrijdigheden of inconsequenties in hun verklaringen en de waarde van de correcties en aanvullingen die zijn gedaan na de gehoren. Eisers hebben ook in beroep nog stukken overgelegd ter verduidelijking van de situatie waarover is verklaard en de actuele situatie waarin zij verkeren.

Het oordeel van de rechtbank

5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eisers niet in aanmerking komen voor een asielvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b van de Vw. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eisers hun gestelde vrees bij terugkeer naar Irak niet aannemelijk hebben gemaakt. Kort samengevat is de rechtbank van oordeel dat verweerder hieraan ten grondslag heeft mogen leggen dat – hoewel eisers veel stukken hebben overgelegd ter onderbouwing van hun asielrelaas – eisers op de essentiële onderdelen van hun asielrelaas
1. Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (Trb. 1954, 88), zoals gewijzigd bij Protocol van New York van 1967 (Trb. 1967, 76).
geen of onvoldoende onderbouwing hebben overgelegd en tegenstrijdig of inconsequent hebben verklaard. Verder heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat de correcties en aanvullingen op voor verweerder essentiële onderdelen van hun asielrelaas zonder nadere uitleg niet kunnen worden gevolgd en dus geen verklaring bieden voor de inconsequenties en tegenstrijdigheden in de verklaringen.
Hieronder zal de rechtbank uitleggen hoe zij tot dit oordeel is gekomen. Hierbij wordt achtereenvolgens ingegaan op het asielrelaas van eisers per relevant element, waarbij relevant element 4 na de elementen 5 en 6 wordt besproken, en wat eisers daarover hebben aangevoerd.
De vrees voor de familie van eiseres en vrees voor de stammen (relevante elementen 5 en 6)
6. Eisers voeren aan dat verweerder ten onrechte aan zijn besluitvorming ten grondslag heeft gelegd dat zij hun vrees voor de familie van eiseres en hun vrees voor de stammen niet aannemelijk hebben gemaakt. De rechtbank is echter van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij vanwege hun huwelijk of de deelname van eiseres aan een videoclip in Irak te vrezen hebben voor hun leven door bedreigingen van familieleden of de stammen waartoe zij behoren. Hoewel eisers met wat inmiddels is aangevoerd naar het oordeel van de rechtbank de functie van de broer van eiseres voldoende aannemelijk hebben gemaakt, hebben zij niet aannemelijk gemaakt dat zij bedreigd zijn door die broer en dat zij daardoor voor hem, of voor anderen, te vrezen hebben als zij terug zouden moeten keren naar Irak. Verweerder heeft dat voldoende gemotiveerd.

Dreigementen na het huwelijksaanzoek

7.1
Voor wat betreft de dreigementen na het huwelijksaanzoek heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eisers geen onderbouwing hebben overgelegd van de dreigementen zelf die op de telefoon(s) zijn ontvangen en onvoldoende verklaring bieden voor het niet kunnen overleggen daarvan. Met de verklaringen van eisers is, zonder nadere onderbouwing, onduidelijk wat het gevolg is van de nummerwijziging waarover eisers verklaren. Enerzijds verklaren zij dat hiermee berichten verloren zijn gegaan2, maar zij verklaren ook dat dit niet de reden is dat eiser geen berichten van zijn telefoon kan laten zien, de reden is de inname van zijn telefoon in Griekenland. Daarmee is dan niet inzichtelijk waarom eiseres niet nog berichten van haar telefoon kan inbrengen nu zij, hoewel zij daarover tegenstrijdig heeft verklaard3, uiteindelijk heeft verklaard dat haar telefoon niet is ingenomen omdat zij deze kon verstoppen4. Gelet hierop volgt de rechtbank eisers niet in hun standpunt dat het voor hen onmogelijk is een nadere onderbouwing te geven en het op de weg van verweerder lag om onderzoek te doen naar de in Griekenland ingenomen telefoon.
7.2
Eisers voeren verder aan dat verweerder ten onrechte concludeert dat zij tegenstrijdig hebben verklaard over op wiens telefoon zij de bedreigingen hebben ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de verklaringen van eisers over op wiens telefoon de bedreigingen na het huwelijksaanzoek binnen kwamen niet consistent en tegenstrijdig zijn. Verweerder heeft
2 Verslag aanvullend gehoor eiseres van 20 april 2018, pagina 5.
3 Verslag nader gehoor eiseres van 8 maart 2018, pagina 13.
4 Verslag aanvullend gehoor eiseres van 20 april 2018, pagina 5.
dit uiteengezet in het voornemen.5 Eiser heeft verklaard dat niet alleen hijzelf, maar ook eiseres via WhatsApp bedreigingen heeft gekregen na het huwelijk en vertrek uit Irak.6 Eiseres heeft echter verklaard dat er alleen via de telefoon van eiser bedreigingen binnenkwamen.7 Er is geen aannemelijke verklaring voor deze tegenstrijdigheid.
Verweerder heeft dit terecht meegenomen in zijn besluitvorming, omdat dit een aspect is waarbij verwacht mag worden dat eisers hierover gelijkluidend verklaren. De beroepsgrond van eisers slaagt dan ook niet.
7.3
Verweerder heeft verder gewicht mogen toekennen aan een inconsequentie in eiser zijn verklaringen over het moment waarop hij naar Irak ging om de hand van eiseres te vragen. Het gaat hier om een belangrijk moment in het relaas van eisers met ingrijpende gevolgen, verwacht mag worden dat hierover consequent wordt verklaard. Verweerder heeft mogen concluderen dat de verklaringen van eisers hierover niet voldoende overtuigend zijn. Verweerder heeft in het voornemen uiteengezet8 dat eiser in eerste instantie heeft verklaard dat hij in november 2016 naar Irak is gegaan om eiseres op te halen en dat hij daar twee a drie weken heeft verbleven, alvorens naar Turkije te vertrekken.9 Naderhand heeft eiser bij de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor november 2016 gewijzigd in oktober.10 Naar het oordeel van de rechtbank was verweerder niet verplicht om deze correctie zonder meer te volgen, omdat deze correctie zonder nadere toelichting is ingediend en bovendien uit het verslag van het aanmeldgehoor niet is gebleken dat er communicatieproblemen of andere redenen aanwezig waren om een dergelijk verschil in de verklaringen te onderbouwen. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) mag verweerder een nadere toelichting verlangen van een vreemdeling als hij op essentiële aspecten van het asielrelaas correcties en aanvullingen indient.11 Nu eisers hebben nagelaten om de hiervoor beschreven correctie toe te lichten, terwijl het om een essentieel aspect gaat, slaagt de beroepsgrond van eisers dat verweerder deze correctie had moeten meenemen in de besluitvorming niet.
Verweerder heeft aan het voorgaande belang mogen hechten omdat het te maken heeft met de directe aanleiding van de bedreigingen, het huwelijksaanzoek door eiser, en het tijdpad van de vervolgens door eisers genomen stappen. Die zijn niet te volgen met de eerst gegeven verklaring van eiser. Verder heeft verweerder het vreemd mogen vinden dat eisers nog enige tijd in Irak zijn gebleven terwijl ze stellen dat zij bedreigd zijn door de broer van eiseres die gelet op zijn functie een grote invloed had. Eisers hebben hierover verklaard dat de broer van eiseres destijds weg was en dat zij snel hebben gehandeld om te vluchten, zij hadden ook nog een paspoort nodig om te kunnen vluchten. Gezien het tijdpad en de verklaringen van eiser over wanneer hij terug zou zijn gegaan naar Irak en wanneer hij Irak zou hebben verlaten, zouden eisers binnen een week de paspoorten hebben verkregen waarna (na bloedonderzoek) het huwelijk kon plaatsvinden. Dit strookt niet met de verklaring van eiser dat de wachttijd voor het verkrijgen van het paspoort verkort zou zijn tot twee weken door het betalen van smeergeld. Ook deze verklaring van eiser heeft verweerder vreemd mogen vinden en de ongerijmdheid mogen betrekken in de besluitvorming. De rechtbank heeft gezien dat eiseres verklaard over het verkorten van de
5 Voornemen van 20 september 2018, pagina 19.
6 Verslag nader gehoor eiser van 8 maart 2018, pagina 17.
7 Verslag nader gehoor eiseres van 8 maart 2018, pagina 13.
8 Voornemen van 20 september 2018, pagina 18.
9 Verslag aanmeldgehoor van eiser van 1 december 2017, pagina 10.
10 Correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor van eiser van 24 januari 2018, pagina 2.
11 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 27 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2538.
procedure tot één week door het betalen van smeergeld, maar dit is dan niet in overeenstemming met de verklaring van eiser.
Dreigementen na het opnemen van de videoclip
8.1
Voor wat betreft de dreigementen na het opnemen van de videoclip stellen eisers stellen dat verweerder ten onrechte heeft gesteld dat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij – nadat eiseres heeft meegewerkt aan een videoclip – wederom zijn bedreigd door familieleden van eiseres. De rechtbank is echter van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op dit standpunt heeft gesteld. De rechtbank zal dit hieronder toelichten.
8.2
De rechtbank stelt voorop dat eisers aannemelijk hebben gemaakt dat eiseres heeft meegewerkt aan de videoclip en er foto’s van haar en de betreffende zanger op social media zijn geplaatst. Verweerder heeft echter ook ten aanzien van dit element terecht opgemerkt dat eisers geen onderbouwing hebben overgelegd van de gestelde dreigementen die na het opnemen van de videoclip zouden zijn verstuurd naar eisers. Eisers hebben verklaard dat zij beiden op hun telefoon dreigementen ontvingen. Voorts heeft verweerder het vreemd mogen vinden dat eisers niets op hun telefoons hebben kunnen laten zien van de dreigementen. De verklaring van eiseres hierover ter zitting dat zij nog een keer haar telefoonnummer heeft gewijzigd, acht de rechtbank geen voldoende uitleg, want eiseres heeft dit niet eerder verklaard. Dat eiseres dit niet meer precies weet door het tijdsverloop vindt de rechtbank een onvoldoende verklaring. Van eiseres mag verwacht worden dat zij hierover in eerste instantie en later consistent en concreet kan verklaren omdat de wijziging van het telefoonnummer is gevolgd op naar eigen zeggen zeer dreigende berichten en door de nummerwijziging geen beschikking meer heeft over die berichten. Daarbij geldt ook hier dat eiser tijdens het nader gehoor heeft verklaard dat door de nummerwijziging van eiseres berichten verloren zijn gegaan12, terwijl in de zienswijze wordt toegelicht dat dat niet wil zeggen dat zijn gegevens onmiddellijk verdwenen zijn. Eiser had de dreigementen opgeslagen op de telefoon zelf13. Verweerder heeft gelet op deze mogelijkheid, de opleiding van eisers en hun eigen verklaringen die er uiting van geven dat zij al tijdens de eerste vlucht vanuit Irak naar Turkije bedacht waren op het later kunnen onderbouwen van de situatie met stukken meer mogen verlangen en het vreemd mogen vinden dat juist onderbouwing van bijvoorbeeld de dreigementen ontbreekt.14 Daarbij heeft verweerder mogen meewegen dat eisers de nummerwijziging niet aannemelijk hebben gemaakt en in ieder geval eiseres haar telefoon niet zou zijn ingenomen, alhoewel daarover door eiseres onduidelijk is verklaard.15
8.3
Verder heeft verweerder het vreemd mogen vinden dat eisers nog een aanzienlijk lange tijd in Erbil hebben verbleven, terwijl zij hebben verklaard dat zij met de dood werden bedreigd door de broer van eiseres en hij door zijn invloedrijke positie mogelijkheden had om hun verblijf te achterhalen. Ook hebben eisers verklaard dat zij hulp konden krijgen van de zus van eiseres. Zij kon hen helpen om het land uit te vluchten. Hoewel de rechtbank eisers kan volgen dat het wellicht niet voor de hand lag dat zij bij de zus zelf in Turkije zouden verblijven, biedt dat geen voldoende verklaring waarom zij niet zo snel mogelijk met de hulp het land zijn ontvlucht.
12 Verslag nader gehoor eiser van 8 maart 2018, pagina 11.
13 Zienswijze van 1 november 2018, pagina 5.
14 Voornemen van 20 september 2018, pagina 10.
15 Voornemen van 20 september 2018, pagina 1.
8.4
Tot slot heeft verweerder in de besluitvorming mogen betrekken dat in het licht van al de verklaringen over de vrees van de familie het niet te volgen is dat eiseres daags na de videoclip en de bedreigingen een familielid wijst op de video. Dat dit een 15 jarige neefje is, heeft verweerder onvoldoende verklaring mogen vinden.
Het document van de rechtbank
8.5
Het document van de rechtbank heeft verweerder niet het gewicht hoeven toekennen dat eisers daaraan toekennen. Eiser heeft verklaard dat hij na het ontvangen van de bedreigingen na het opnemen van de videoclip aangifte heeft gedaan bij de politie. Eiser heeft een document overgelegd van de rechtbank waaruit volgens hem blijkt dat hij aangifte heeft gedaan van de bedreigingen. Het document betreft een kopie en is bovendien geheel opgesteld op basis van de verklaringen van eiser. Met dit document hebben eisers niet concreet aangetoond dat er sprake is van bedreigingen, terwijl eisers hebben verklaard dat zij de bedreigingen via de telefoon hebben ontvangen. Verweerder heeft het vreemd mogen vinden dat, gelet op de inhoud van het document, zij niet de betreffende bedreigingen hebben laten zien toen het document van de rechtbank werd opgesteld. Dit is echter niet gebeurd en eisers hebben hier geen verklaring voor gegeven. De beroepsgrond slaagt niet.
Ontbreken documenten of indicatief bewijs
8.6
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit terecht heeft opgemerkt dat documenten of andere onderbouwende bescheiden en indicatief bewijs met betrekking tot het verblijf in Irak, de reisbewegingen tussen Turkije en Irak, het verblijf in de verschillende hotels, de bedreigingen, de contacten met de zus(sen) van eiseres in verband met het optreden in de videoclip en naar aanleiding van de problemen, de contacten met de regisseur en anderen in het kader van de komst naar Irak, contacten met de zanger en de regisseur in de aanloop en in de nasleep van de videoclip en de problemen, het vertrek uit Irak en met betrekking tot het verblijf in Turkije ontbreken. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat hiervoor geen verontschuldigbare reden is gebleken. In dit kader heeft verweerder terecht opgemerkt dat eisers inderdaad veel stukken hebben overgelegd, maar geen stukken die nu juist over de kern van hun asielrelaas gaan, namelijk de bedreigingen van de familie van eiseres. Aan het bij de zienswijze overgelegde afschrift van een facebook gesprek tussen eiser en de zus van eiseres heeft verweerder niet het gewicht toe hoeven kennen dat eisers daaraan toekennen. Verweerder heeft terecht overwogen dat eisers niet eerder hebben verklaard over dit contact via facebook en voldoende gemotiveerd dat dit bericht gelet op de verklaringen tijdens de gehoren niet wordt gevolgd als ondersteuning van het asielrelaas.16 Verweerder heeft ook aan het bericht aan de Amerikaanse ambassade niet het gewicht hoeven toekennen dat eisers daaraan toekennen. Verweerder heeft terecht van belang gevonden dat, uitgaande van het bericht, het een bericht van eisers is met daarin enkel de eigen verklaringen.
Onderzoeksplicht
8.7
Eisers stellen dat op grond van de onderzoeksplicht het op de weg van verweerder lag om eisers telefoon van de Griekse autoriteiten op te vragen, zodat eiser toegang krijgt tot zijn telefoongegevens en zijn relaas nader kan onderbouwen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ter zitting terecht heeft opgemerkt dat het eerst aan eisers is om hun asielrelaas aannemelijk te maken en niet is gebleken dat eisers op genoemde punten in bewijsnood verkeren. Hierin zijn zij niet geslaagd.
16 Bestreden besluit van 24 december 2019, pagina 10.
Recente dreigementen
9. Eisers voeren verder aan dat zij recentelijk nog zijn bedreigd door de broer van eiseres. Ook wanneer verweerder de bedreigingen niet volgt op basis van hun verklaringen en de overgelegde stukken, is dit met deze informatie aannemelijk gemaakt. De broer van eiseres zou bedreigingen hebben verstuurd naar de telefoon van de vader van eiser via Whatsapp. De vader van eiser heeft deze berichten doorgestuurd naar eiser en eiser heeft van deze berichten screenshots gemaakt en overgelegd als bewijsstukken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder hierover terecht opgemerkt dat met wat eiser heeft overgelegd onvoldoende duidelijk is gemaakt dat het kennelijk door de vader van eiser doorgestuurde bericht afkomstig is van de broer van eiseres. De tekst van het bericht is gelet op het voorgaande onvoldoende herleidbaar en eisers hebben hiermee onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de tekst daadwerkelijk door de broer van eiseres aan de vader van eiser is gestuurd, dat de tekst gericht is aan eisers en dat deze bedreigingen het gevolg zijn geweest van het opnemen van de videoclip en het huwelijk van eisers. Het bewijsaanbod van gemachtigde ter zitting – dat eisers de bedreigingen kunnen laten zien op hun telefoon – brengt geen verandering in het voorgaande, omdat de berichten het contact tussen de vader van eiser en de broer van eiseres nog steeds niet aantonen.
Vrees voor de stammen
10. Eisers hebben verklaard dat zij ook te vrezen hebben voor de stammen waartoe zij behoren, omdat eiseres heeft meegewerkt aan de eerder genoemde videoclip waarin zij herkenbaar te zien is. Zij hebben verklaard dat zij vogelvrij zijn verklaard door de stammen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder wat eisers hierover hebben aangevoerd terecht onvoldoende gevonden om de gestelde vrees voor de stammen aannemelijk te kunnen achten. Daarbij heeft verweerder gelet op openbaar toegankelijke informatie over de betreffende stam van eiseres onduidelijk mogen vinden wie de Sheikh is waarover eisers verklaren en in welke familierechtelijke verhouding de Sheikh staat tot eiseres. Eisers hebben geen enkel bewijsstuk overgelegd dat hun verklaringen hieromtrent zou kunnen onderbouwen.
De huidige situatie en levensstijl van eiseres
11. Voorts stelt eiseres dat zij momenteel een westerse levensstijl aanhoudt en dat zij hierdoor gegronde vrees heeft als zij terug zou moeten keren naar Irak. Voor wat betreft de algemene situatie wijst eiseres op ernstige geweldsincidenten waarover in de media wordt bericht. Ook in dit kader heeft eiseres aangevoerd dat zij vreest voor haar broer en familieleden. Zoals de rechtbank hierboven heeft overwogen, heeft eiseres de gestelde vrees voor haar broer niet aannemelijk gemaakt. Verder heeft verweerder in zijn besluitvorming voldoende gemotiveerd waarom eisers niet gevolgd worden in hun verklaringen dat de broer een extreem-radicale moslim is. Dit blijkt onvoldoende uit wat door eisers is ingebracht en het IRN onderzoek dat verweerder bij zijn besluitvorming heeft betrokken geeft ook geen grond voor die conclusie. De verklaringen van eisers, waaronder dat de broer van eiseres er voor zichzelf andere maatstaven op nahoudt, heeft verweerder onvoldoende mogen vinden om de verklaringen over het streng religieuze familieleven toch aannemelijk te achten. De informatie op social media geeft daar geen blijk van. Dat een van de zussen met meer westerse uitingen op social media is getrouwd en in Turkije woont is daarvoor een onvoldoende verklaring.
Wat betreft de algemene veiligheidssituatie in Irak voor vrouwen met een westerse levensstijl heeft verweerder zich ter zitting op het standpunt gesteld dat er inderdaad ernstige geweldsincidenten zijn zoals eiseres heeft aangevoerd. De gemachtigde van eisers heeft ter zitting een voorbeeld genoemd van een Iraakse vrouw die veel posts op internet
plaatste met betrekking tot haar uiterlijk en over make-up. Zij is onlangs vermoord. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat hij geen specifiek beleid op dit punt heeft, omdat er volgens verweerder geen sprake is van systematische vervolging van een bepaalde groep. Dit betekent dat verweerder moet kijken naar het individuele geval. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij door haar huidige werk gegronde vrees heeft voor vervolging bij terugkeer naar Irak. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond dat haar situatie vergelijkbaar is met de situatie van de ter zitting genoemde Iraakse vrouw.
Het IRN onderzoek
12. Zoals in het bovenstaande al is overwogen, is er een IRN onderzoek uitgevoerd naar de familie van eiseres in Irak waarbij is gekeken naar de contacten die zij met elkaar onderhouden. De rechtbank deelt de conclusie van verweerder dat uit het IRN onderzoek niet blijkt dat sprake is van bedreigingen tussen de familieleden van eiseres. Verweerder heeft dat mogen meewegen. Eisers hebben gesteld dat de inhoud van het IRN onderzoek een onderbouwing is van alle verklaringen van eisers. De rechtbank volgt eisers niet in hun standpunt, omdat in het IRN onderzoek informatie mist over de gestelde bedreigingen en de gestelde reacties van de familieleden van eiseres op het huwelijk en de videoclip waar eiseres in te zien is. Verder heeft verweerder, zoals hierboven is overwogen, mogen meewegen dat uit het IRN onderzoek niet blijkt dat de broer van eiseres een radicale islamitische levenswijze erop nahoudt, zoals eisers stellen.
De grond dat verweerder niet alle overgelegde stukken heeft betrokken in de besluitvorming
13. Voor zover eisers aanvoeren dat verweerder niet alle verklaringen van eisers en niet alle bewijsstukken bij de besluitvorming heeft betrokken, volgt de rechtbank het standpunt van verweerder dat het om de kern van het asielrelaas gaat en dat verweerder de kern van het asielrelaas en de daarover ingebrachte stukken wel degelijk voldoende en zorgvuldig heeft beoordeeld. De rechtbank acht met de in bovenstaande besproken punten door verweerder voldoende gemotiveerd waarom ondanks de wel aanwezige stukken de verklaringen van eisers over relevant element 5 en 6 niet geloofwaardig zijn. Wat eisers verder over de in het besluit genoemde en door verweerder meegewogen punten hebben aangevoerd geeft de rechtbank geen aanleiding voor een andere conclusie. Die punten laat de rechtbank daarom in de uitspraak verder onbesproken.
De bedreigingen aan de familie van eiser vanwege het werk voor de Amerikanen (relevant element 4)
14. Eiser heeft verklaard dat zijn familie bedreigd is omdat een aantal familieleden van eiser, waaronder zijn vader, in 2006 in Irak met de Amerikanen heeft samengewerkt. De rechtbank is van oordeel dat verweerder over dit element terecht heeft gesteld dat, hoewel eiser veel stukken heeft overgelegd, hij niet de kern van dit element aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd waarom de dreigbrief niet het gewicht toekomt dat eisers daaraan toekennen. Het betreft een kopie en de namen die op het document staan roepen gelet op de verklaring van eiser vragen op. Dat dit een kennelijke verschrijving is, heeft verweerder gelet op de aard van het document een onvoldoende verklaring mogen vinden Voorts mocht verweerder documenten met betrekking tot het werk verlangen. De verklaring van eiser dat hij toen nog jong was, heeft verweerder een onvoldoende verklaring mogen vinden. Ook de verklaring dat het vertaalbureau en daarmee de documenten vernietigd zijn heeft verweerder onvoldoende mogen achten, verweerder heeft gewezen op stukken die ook in een dergelijk geval mogelijk boven water te krijgen
zijn. Verweerder heeft terecht opgemerkt dat eiser bijvoorbeeld informatie over het vertaalbureau had kunnen inwinnen en had kunnen nagaan naar wie de betalingen werden gedaan. Verweerder heeft terecht gesteld dat geen sprake is van bewijsnood. Daarbij acht de rechtbank van belang dat verweerder ook de inhoud van de stukken afkomstig van eisers broer bij de beoordeling heeft betrokken. Verweerder heeft veel gewicht mogen hechten aan het feit dat in de stukken geen melding wordt gemaakt van een bedreiging die gericht was aan familieleden van de broer van eiser en de verklaringen van de broer van eiser afwijkt van de verklaringen van eiser over door wie en voor wie destijds werd vertaald. Verweerder heeft dit voldoende gemotiveerd en mogen tegenwerpen dat voor de tegenstrijdigheden geen verklaring geboden wordt.17
15. Hoewel de rechtbank met de nu overgelegde informatie voldoende aannemelijk acht dat de broer van eiser internationale bescherming heeft gekregen in Australië, overweegt de rechtbank dat verweerder niet ten onrechte heeft gesteld dat de door eiser overgelegde informatie onvoldoende duidelijk maakt dat het werk met de Amerikanen de reden is geweest voor het verlenen van de vergunning en dat eiser vanwege dat werk zelf bij terugkeer naar Irak gevaar loopt. Hoewel eiser heeft aangetoond dat er een link is tussen de vermoorde professor en de familie van eiser, blijkt uit de overgelegde stukken die zien op het werk van de professor, zijn dood en de contacten tussen de families, niet dat de familie van eiser heeft gewerkt voor de Amerikanen, zoals eiser heeft verklaard.
Dat eiser heeft gereisd met een vals Frans paspoort
16. Eisers voeren verder aan dat verweerder ten onrechte veel waarde heeft gehecht aan het feit dat eiser heeft gereisd met een vals Frans paspoort. Zij stellen dat verweerder hen hierdoor ten onrechte als fraudeurs heeft bestempeld en ten onrechte een hogere lat heeft gelegd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij dit terecht heeft laten meewegen bij de beoordeling van het asielrelaas van eiser. De rechtbank is van oordeel dat verweerder dit terecht heeft opgemerkt en dat verweerder dit heeft mogen meewegen in de besluitvorming. De rechtbank volgt verweerder daarbij in zijn standpunt dat eiser zich niet in de situatie bevond dat hij van valse documenten gebruik moest maken om zijn land van herkomst te ontvluchten. Verder is de rechtbank van oordeel dat met wat in het bovenstaande is geoordeeld, verweerder niet ten onrechte het asielrelaas op de punten 4, 5 en 6 ongeloofwaardig heeft bevonden. Daarbij heeft verweerder geen blijk gegeven van te strenge eisen of een hogere lat voor de onderbouwing dan doorgaans verlangd wordt. Echter overweegt de rechtbank dat het gebruik van het valse paspoort voor een vlucht binnen Europa, geen aanleiding geeft om te twijfelen aan het berichtverkeer tussen eisers broer in Australië en eiser. De rechtbank deelt het standpunt van eiser dat er in de besluitvorming sprake is van een aantal suggesties met betrekking tot de waarde van stukken, terwijl daar geen onderbouwing voor is gegeven en eisers niet wordt gevraagd dat op te helderen. De rechtbank verbindt daaraan echter niet de conclusie dat de besluitvorming onjuist of onzorgvuldig is geweest. Het is voldoende duidelijk dat verweerder ook naar de inhoud van de overgelegde stukken heeft gekeken en heeft beoordeeld of daarmee de door eisers gestelde vrees wordt onderbouwd.
Correcties en aanvullingen
17. Met betrekking tot meerdere verklaringen in hun asielrelaas voeren eisers aan dat verweerder ten onrechte niet hun correcties en aanvullingen op de gehoren heeft overgenomen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt
17 Bestreden besluit van 24 december 2019, pagina 7.
heeft gesteld dat hij niet zonder meer de correcties en aanvullingen hoeft over te nemen, als eisers niet toelichten waarom een verklaring uit het gehoor gecorrigeerd of aangevuld wordt. Verweerder mag deze uitleg van eisers verlangen. De rechtbank verwijst naar de overweging op dit punt in r.o. 6.1. Daarbij heeft verweerder de correcties en aanvullingen niet zonder nadere beoordeling terzijde geschoven omdat een uitleg ontbrak en heeft verweerder sommige punten heeft gevolgd.
18. Het overige wat eisers hebben aangevoerd en onderbouwd kan naar het oordeel van de rechtbank niet afdoen aan de conclusies in de hiervoor genoemde overwegingen.
Slotsom
19. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder gelet op al het voorgaande tot de conclusie kunnen komen dat eisers hun asielrelaas niet aannemelijk hebben gemaakt en daarom niet in aanmerking komen voor een asielvergunning.
20. Het beroep is ongegrond.
21. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, rechter, in aanwezigheid van mr. E. de Jong, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken. Deze uitspraak is gedaan 1en4 bseepkteenmdbgeerm2a0a2k0t op:

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.