ECLI:NL:RBDHA:2020:14392
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar is met onbekende bestemming vertrokken uit Nederland. De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of eiser nog procesbelang heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank constateert dat er geen bewijs is dat de gemachtigde van eiser weet waar hij zich bevindt of dat er contact is tussen hen. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag. De uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, rechter, en mr. C. ten Klooster, griffier, en is bekendgemaakt op 8 september 2020. Er kan binnen een week na bekendmaking hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.