ECLI:NL:RBDHA:2020:14385

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
9 maart 2021
Zaaknummer
AWB 19/7124
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 2 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en een verzoeker van Marokkaanse nationaliteit. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris. Het primaire besluit, genomen op 9 april 2019, wees de aanvraag van de verzoeker tot afgifte van een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, af. Dit besluit werd op 17 september 2019 door de Staatssecretaris in het bestreden besluit bevestigd, waarbij het bezwaar van de verzoeker ongegrond werd verklaard.

De verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. De zitting vond plaats op 19 december 2019, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.J.A. Bakker, en zijn echtgenote. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de zitting werd het beroep doorverwezen naar een meervoudige kamer.

De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep (zaaknummer AWB 19/7123), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/7124

uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 oktober 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1976, van Marokkaanse nationaliteit,verzoeker
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.J.A. Bakker),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I.E. Lemmers).

Procesverloop

Bij besluit van 9 april 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot afgifte van een document als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet (Vw), waaruit het rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.
Bij besluit van 17 september 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 19/7123.
Het onderzoek ter zitting in het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening heeft plaatsgevonden op 19 december 2019. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en vergezeld van zijn echtgenote. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na de zitting is het beroep verwezen naar een meervoudige kamer.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 19/7123, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BeslissingDe voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Slierendrecht, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2020.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.