Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 oktober 2017 met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie (cva/eir) van 13 december 2017 met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 14 maart 2018 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 19 juni 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
high-intensity) trainingsprogramma waarin gewichtheffen, atletiek en gymnastiek worden gecombineerd.
fitness training’,
‘consultation services with fitnesstrainers’, ‘educational , instructional and training services’, ‘arranging and conducting educational and training conferences and seminars’.
affiliates). CF heeft wereldwijd 13.000 affiliates, waarvan 3.000 in Europa en ruim 140 in Nederland. Een bij CF aangesloten sportschool die een door haar gecertificeerd trainingsprogramma aanbiedt, wordt door CF een ‘
Box’ genoemd, waarmee wordt gedoeld op een minimalistisch ingerichte sportschool zonder fitnesstoestellen, maar uitgerust met autobanden,
kettlebells, zandzakken en andere attributen waarmee een CrossFit-trainingsprogramma uitgevoerd kan worden.
exclusievesportcentra.nl, staat volgens een screenshot van 29 oktober 2017 onder meer het volgende:
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
in conventie, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- i) voor recht verklaard dat VES door gebruik van het teken The CrossBox al dan niet in combinatie met een logo, inbreuk maakt op het Crossfit-merk;
- ii) VES gebiedt de inbreuk op het Crossfit-merk te staken en gestaakt te houden;
- iii) VES gebiedt om haar leden die deelnemen aan het programma ‘The Cross Box’ te berichten dat het The Crossbox-merk inbreuk maakt op het Crossfit-merk en hen te verzoeken het gebruik van eerstgenoemd merk te staken;
- iv) het gebod onder ii) en iii) versterkt met een dwangsom van € 10.000,- per dag;
- v) het The Crossbox-merk nietig verklaart en de doorhaling daarvan beveelt;
- vi) VES gebiedt aan de advocaat van CF een accountantsrapport te verstrekken met een berekening van de door VES behaalde winst;
- vii) VES veroordeelt tot betaling van de schade van CF, ter keuze van CF te berekenen op basis van de door VES genoten winst, dan wel USD 3.000,- per jaar per sportschool waaraan een The CrossBox-licentie is verstrekt, en
- viii) VES veroordeelt tot betaling van de proceskosten begroot op de voet van artikel 1019h Rv
in reconventiedat ‘Crossfit’ door toedoen dan wel nalaten van de merkhouder een generieke aanduiding is geworden voor een bepaalde training of sportles. Zij vordert daarom op grond van artikel 58 lid 1, aanhef en onder b, UMVo dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, het Crossfit-merk voor klasse 41 - ter zitting heeft zij toegelicht dat de vordering niet op andere klassen ziet - vervallen verklaart en de doorhaling daarvan gelast, met veroordeling van CF in de volledige (de rechtbank begrijpt: op de voet van artikel 1019h Rv begrote) door VES gemaakte proceskosten.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
Crossfit-merk is de rechtbank internationaal en relatief bevoegd om daarvan kennis te nemen omdat VES is gevestigd in Nederland (artikel 123 lid 1, 124, aanhef en onder a, en 125 lid 1 UMVo). Voor zover de vorderingen in conventie zien op de nietigverklaring en doorhaling van het The CrossBox-merk is de rechtbank ook internationaal en relatief bevoegd daarvan kennis te nemen, nu VES is gevestigd in het arrondissement Den Haag (artikel 4.6 BVIE). Op grond van artikel 123 lid 1, 124, aanhef en onder d, en 128 lid 1 in verbinding met artikel 58 lid 1, aanhef en onder b, UMVo is de rechtbank internationaal en relatief bevoegd om van het gevorderde in reconventie kennis te nemen.
Ik heb net gecrossfit’, ‘
Gisteren voor de verandering eens wezen crossfitten’, ‘
Ik doe aan crossfitten en aan hardloopwedstrijden’.Dat ook sportscholen het merk beschrijvend gebruiken, zoals VES heeft gesteld (cva/eir, punt 3) vindt in deze stukken geen steun, althans heeft VES niet gewezen op berichten waaruit dat blijkt. Echter, ook als er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat met de berichten van consumenten is aangetoond dat het Crossfit-merk ten tijde van deze procedure tot een in de handel gebruikelijke benaming voor (een soort) fitnesstraining is verworden - CF betwist dat - dan stuit de vordering tot vervallenverklaring van het merk af op het vereiste dat de verwording tot soortnaam aan een toedoen of nalaten van CF te wijten is. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
registered trademark-teken® en het zelf niet als soortnaam gebruikt, niet heeft betwist. VES heeft evenmin betwist dat CF strikte richtlijnen met betrekking tot het gebruik van haar merk door licentienemers hanteert en dat zij in dat verband ook strenge eisen stelt aan de toelating van nieuwe licentienemers, terwijl verder ook niet gesteld of gebleken is dat licentienemers de aanduiding Crossfit niet consequent als merk gebruiken. Daarnaast heeft CF gemotiveerd gesteld en met stukken onderbouwd dat zij haar merkrechten jegens derden actief handhaaft. Zij heeft voorbeelden overgelegd van door haar in Europa geëntameerde oppositie- en nietigheidsprocedures tegen merknamen van derden en zij heeft enkele (van vóór de dagvaarding daterende) sommatiebrieven aan niet gelicentieerde sportscholen overgelegd. Aan de stelling van VES dat onduidelijk is of die brieven effect hebben gesorteerd, gaat de rechtbank, bij gebreke van enige aanwijzing dat de betreffende sportscholen het gewraakte gebruik hebben voortgezet, voorbij. Ten slotte bestaat voor het oordeel dat voorafgaand aan de onderhavige vordering sprake is geweest van (generiek) gebruik van het merk door andere sportscholen of derden waartegen CF verzuimd heeft te ageren onvoldoende grond, in aanmerking genomen dat VES zich ter staving van haar vordering slechts heeft beroepen op beschrijvend gebruik in berichten op sociale media die hoofdzakelijk afkomstig zijn van consumenten. Dat de inspanningsverplichting van CF als merkhouder meebrengt dat zij de auteurs van die berichten rechtstreeks op dat gebruik had moeten aanspreken, is niet gesteld en valt zonder nadere toelichting ook niet in te zien.