ECLI:NL:RBDHA:2020:13886
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag niet in behandeling is genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank overweegt dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling is genomen omdat Spanje op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is. Eiser heeft in zijn beroepsgronden verwezen naar eerdere zienswijzen, maar heeft deze niet nader toegelicht. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond niet slaagt, omdat eiser niet heeft aangetoond dat de motivering van het bestreden besluit onjuist is.
Eiser heeft ook aangevoerd dat de coronacrisis de overdracht aan Spanje vertraagt, maar de rechtbank stelt vast dat het coronavirus slechts een tijdelijk feitelijk beletsel is en dat er nog voldoende tijd is voor de overdracht. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat de overdrachtstermijn niet gehaald kan worden. De rechtbank concludeert dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het bestreden besluit en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.