ECLI:NL:RBDHA:2020:1348
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1975. Het verzoek is ingediend door de officier van justitie op 3 februari 2020, met als doel verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in het schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2020 is gebleken dat betrokkene niet bereid was om zich verder te laten horen en de zittingsruimte heeft verlaten.
De psychiater heeft ter zitting verklaard dat betrokkene last heeft van psychotische stoornissen, waaronder schizofrenie, en dat hij gevaarlijk gedrag vertoont, zoals stalken en het negeren van zijn medicatie. De advocaat van betrokkene heeft aangegeven dat hij geen zorgmachtiging wil. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot het toedienen van medicatie, verrichten van medische controles, en andere noodzakelijke maatregelen. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is vastgesteld op 19 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.