“Meneer was erg wederspannig bij aankomst op het bureau. Hij wilde niet zelfstandig uit de bus komen, hij is daarmee geholpen; we hebben hem moeten tillen of trekken uit de bus. Er zat weinig schot in de zaak. Tijdens het eerste gedeelte in de gang is meneer getild iets voorbij de entree en toen is het te voet verder gegaan met z'n drieën.
De tekening van het bureau zal worden toegevoegd aan het proces-verbaal. OC is observatiecel. Wij hebben de poort van de binnenplaats gebruikt voor het uitgaande verkeer naar de openbare weg, dat is de meest korte route. We zijn met de bus de binnenplaats opgekomen. Toen rechts uitgestapt, naar binnen, naar de tweede cel. Ik weet niet meer of de deur van de cel naar buiten of naar binnen open gaat. Ik weet dat er een wc in de cel zit, maar niet op welke plek.
Meneer is in eerste instantie getild tot iets voorbij de deur van de hal en hij is op enig moment daarna gaan lopen, ik vermoed in de hal. Vervolgens is hij vooruit gelopen naar de cel. Ik weet niet meer of hij gebukt gelopen heeft. Ik weet niet meer wat ik op de beelden heb gezien hoe wij op de cellengang liepen. Ik stond aan de rechterzijde van meneer en meneer [B] links. Op deze wijze zijn wij de cel ingelopen. We zijn naar de achterzijde van de cel gelopen richting het matras met kunststof eromheen op een betonnen verhoging. De betonnen verhoging is op kniehoogte. We wilden dat verdachte op zijn knieën ging zitten zodat we onder controle de procedure konden uitvoeren. Meneer zou op de vloer op zijn knieën moeten zitten zodat hij met zijn bovenlichaam op het matras kon liggen. Dat is onderdeel van een vaste werkwijze. Meneer wilde dit niet. Hij werd gewaarschuwd dat hij mee moest werken en op z'n knieën moest gaan zitten. Ik weet niet meer wat ik exact gezegd heb. Er werd gezegd indien niet wordt meegewerkt zal geweld worden gebruikt.
Ik weet zeker dat ik meneer gewaarschuwd heb. Het kan dat dit niet in het procesverbaal staat vermeld. In de Politiewet staat ook dat er gewaarschuwd moet worden voordat er geweld wordt gebruikt. Het kan dat ik het niet heb opgenomen in het proces-verbaal, maar ik weet niet waarom. De waarschuwing: je legt uit wat je gaat doen, maar niet tot in detail. Een cel procedure doe je als een verdachte niet meewerkt en die geweld gebruikt. Dit doe je door de verdachte vast te pakken, geklemd te houden en geknield voor een bed te zetten. We proberen altijd aan te geven wat er verwacht wordt. Ik leg altijd uit dat iemand op z'n knieën moet, stap naar links, armen naar voren etc. Ik weet het niet precies meer, maar ik vermoed dat ik heb aangegeven wat er anders zou gebeuren. Ik weet woordelijk niet meer wat er gezegd is in de cel. We gaan in principe uit van de medewerking van de verdachte en als dit niet gaat kijken we naar de mogelijkheden. Er zijn geen vaste technieken want dit is casusafhankelijk. Soms pak je iemand aan de broekspijp en trek je hem onderuit, een slag in de knieholte of pas je een pijnprikkel toe. Ik weet niet meer of meneer [eiser] rechtop stond of iets naar voren gebogen. In dit geval werkte meneer niet mee en we wilden hem onder controle brengen. Ik hoor de rechtercommissaris vragen of ik wil voordoen hoe meneer [eiser] stond op het moment dat ik hem een knietje heb gegeven. Ik doe dat even voor. Uiteindelijk heb ik hem een knietje gegeven. Ik heb gemikt op het been aan de achterzijde, net boven de knieholte, daar zit een spierbundel. Je wil dan dat iemand door z'n knieën zakt; je creëert een schrikeffect. De verdachte ziet de knie niet aankomen dus er ontstaat onbalans, verdachte zakt door de knie en zo kan je diegene op z'n knieën krijgen. Ik weet niet hoe meneer stond, maar ik vermoed gebogen. Anders was het niet misgegaan. Ik stond rechtsachter meneer [eiser] .
Het blijft lastig wat er echt gebeurd is, maar ik herinner mij dat ik afstand nam en heb hem met mijn linkerknie een knietje willen geven terwijl ik rechts stond, omdat ik linkshandig ben. Ik stond dicht op meneer, omdat je dan de meeste controle hebt. Je wil zorgen dat meneer op z'n knieën gaat zitten dus ik nam wat afstand om een knietje te geven. Om een knietje te kunnen geven is het nemen van afstand nodig. Ik heb meneer daarvoor ook moeten loslaten en de controle moeten opgeven. Ik weet niet of ik toen nog fysiek contact had met meneer. Vervolgens heeft meneer zijn lichaam naar mij toegedraaid, precies op het moment dat ik hem de knie gaf. Dit gebeurde in een fractie van een seconde. De knie belandde daardoor niet in de knieholte maar in het gezicht van meneer. Ik vermoed nu dat meneer mijn kant op heeft bewogen omdat hij ruimte ervoer omdat ik hem los had moeten laten om een knie te kunnen geven.
Op het moment dat de knie in het gezicht belandde, werd het lichaam van meneer meteen slap. Ik zag volgens mij ook bloed op het matras ontstaan, ik weet dat niet zeker. Hij was voorover gebogen, dat kan niet anders, want anders zou ik niet met mijn knie op zijn gezicht terechtgekomen zijn. Met zijn lichaam bewoog hij richting het matras en hij lag toen na het knietje voorover gebogen op het matras. Ik denk dat hij buiten bewustzijn was, omdat hij in eerste instantie niet meer reageerde op wat wij zeiden.
Mijn eigen reactie was dat ik mij wild schrok en mij zorgen maakte over het welzijn van meneer. Ik dacht dat ik hem dood had gemaakt. Ik weet niet wat voor handelingen ik op dat moment heb verricht en ik weet ook niet wat de rol van de anderen was. Ik heb daarna melding gemaakt van het geweld dat ik heb gepleegd. Ik denk dat degenen die aanwezig waren in de cel, waaronder ik, zich over meneer hebben ontfermd. Ik weet niet precies wat er gezegd en gedaan is.
Meneer [B] was in de cel. Ik weet dat er ook anderen aanwezig waren. Bij de deur van de cel heeft iemand gestaan, ik denk meneer [A] . Mevrouw [C] pakte de spullen aan die uit de fouillering van meneer kwamen. Ik heb achteraf gesproken met [B] en [C] , omdat de kwestie op mij een grote impact heeft gehad. Ik heb niet recent inhoudelijk over deze kwestie met [B] of anderen gesproken.
(…)
Ik hoor de rechter-commissaris voorlezen wat Meneer Vis aan de politierechter heeft bericht op 27 maart 2014. Ik kan het me niet herinneren dat ik nog een keer de cel in ben geweest, als ik dat al was. Ik weet niets over het naar een hand wijzen en aan een hand plukken. Ik weet ook niet hoe ik dat moet opvatten. Ik hoor meneer [eiser] zeggen dat het om handschoenen ging. Ik weet dat nadat we de cel zijn uitgegaan dat er hulp verleend moest worden en deze mensen moeten dus de cel zijn in geweest. Ik weet dat er een andere eenheid met meneer naar het ziekenhuis is gegaan. Ik kan me voorstellen dat die twee collega's, ik zou dit kunnen zijn geweest maar ik kan mij daar niets van herinneren, de cel in zijn gegaan en latex handschoentjes aan hadden gedaan om contact met bloed te voorkomen, maar dit is een invulling van mijn kant.
In reactie op de beschrijving van mr. Vis dat meneer zich niet verzette op het moment van het transport uit de bus naar de cel, omdat dit zou blijken uit de camerabeelden zeg ik het volgende. Verdachte werkte niet mee en dat is ook een vorm van verzet. Dit blijkt niet uit de beelden, want dit gebeurde in de bus. Ook verbaal geweld en niet meewerken kan een vorm van verzet zijn, maar dat is niet te zien op de beelden. Ik ga niet iemand nodeloos uit een bus trekken als dat niet nodig is.
Ik hoor de rechter-commissaris voorlezen wat collega [D] heeft verklaard. Ik denk dat ik weet wie [D] is. Er was een burger in blauw aanwezig die een dagje meeliep, zij heet [naam] . De mensen die er waren op het bureau, waren al op de cellengang, er zijn geen mensen bij gehaald nadat het was misgegaan bij het geven van het knietje. Ik heb bij de hulpofficier gemeld dat ik geweld heb gebruikt en wat er is gebeurd, de aanleiding daarvan moet ook besproken worden.
(…)
Ik weet niet precies meer hoeveel afstand ik heb genomen van de verdachte toen ik hem een knietje wilde geven, maar het moet armlengte geweest zijn denk ik.
Ik hoor u voorlezen een passage uit de dagvaarding, paragraaf 6 op pagina 3. Ik heb meneer niet meerdere klappen op het achterhoofd gegeven, ik heb dit ook niet collega's zien doen, het kan dat zijn hoofd naar beneden is geduwd, maar ik heb het niet gezien. Het is een vorm van controle houden. Ik weet niet wanneer dit zou zijn gebeurd, maar ik kan me voorstellen dat het hoofd naar voren is geduwd om de verdachte te dwingen door de knieën te gaan en als dit niet helpt grijp je door naar andere maatregelen. Door op het hoofd of op de rug te drukken kan er controle worden gehouden over de verdachte.
Het kan een onderdeel van de cel procedure zijn om iemand met zijn hoofd naar voren te duwen om controle te houden. Ik weet niet of het hoofd van meneer naar beneden is geduwd en ook niet als dit is gebeurd, wanneer dit precies is gebeurd.
(…)
Ik kan me niet herinneren dat meneer [B] het hoofd van meneer [eiser] naar beneden heeft geduwd. Het zou kunnen zijn dat meneer zijn hoofd al laag had. Bij het insluiten van een niet coöperatieve verdachte beginnen we altijd eerst met verbaal te waarschuwen en als dat geen effect heeft gaan we pas duwen en daarna pas ingrijpendere maatregelen treffen. Daar zit een opbouw in.
(…)
Op de vraag waarom ik ervoor heb gekozen iemand pijn te doen in plaats van een knietje geven in de knieholte antwoord ik als volgt. Er zit een opbouw in, zoals al is uitgelegd. Als er niet aan minder verstrekkende maatregelen wordt voldaan dan komt er geweld bij kijken na waarschuwing. Er is hiervoor gekozen en niet voor de knieholte, omdat dat het schrikmoment geeft en het been gaat knikken. Ik was ambtshalve boos maar persoonlijk niet. Je moet als politieagent je werk uitvoeren, verdachten hebben de plicht mee te werken en als ze dit niet doen moet het in verband met de veiligheid wel gebeuren en moet ik ervoor zorgen dat ze alsnog gaan meewerken. Soms is het nodig je stem te verheffen of duidelijke taal te gebruiken.
U vraagt mij of het mij vaker is gebeurd dat er iets misging bij het geven van een knietje. Nee dat is mij niet vaker gebeurd. Voor het geven van een knietje is niet veel kracht nodig. Ik heb niet hard een knietje gegeven, naar mijn weten. Ik dacht dat meneer [eiser] dood was omdat hij niet bewoog en slap was en het knietje in het aangezicht van meneer belandde en in dit geval werd de neus geraakt en dat kan slecht aflopen.
Ik hoor mr. Drykoningen zeggen dat in het door mij opgemaakte proces-verbaal staat dat meneer [eiser] stond in een hoek van ongeveer 90 graden. Ik heb het proces-verbaal de dag erna gelijk opgemaakt naar waarheid. Ik weet nu niet meer hoe alles precies is gegaan, maar het is gegaan zoals hoe ik het toen heb opgeschreven.
Ik weet niet waarom iemand naar beneden komt in plaats van naar boven op het moment dat er afstand wordt genomen en de druk wordt losgelaten. Ik weet niet precies wat er in iemands hoofd om gaat. Op het moment dat ik meneer [eiser] moest loslaten om hem een knietje te geven werd hij nog wel onder controle gehouden door collega [B] .
(…)
Bij IBT worden geen technieken aangeleerd die gericht zijn op knieholtes. In stresssituaties wordt fijne motoriek grof vanuit het oogpunt van de agent, het is moeilijk mikken op kleine onderdelen van het lichaam, daarom mik je op grote spiergroepen. Bij IBT wordt aangeleerd te mikken op grote spiergroepen. Dus daardoor heb ik ervoor gekozen om niet op de knieholte te richten maar op de spiergroep. Ik wilde onder controle de procedure afronden. Een blauwe plek zou het ergste zijn wat je aan een knietje kan overhouden.”