2.4.Het door [agent A] op 23 februari 2014 opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met nummer [pv 1] vermeldt onder meer het volgende:
“Op zondag 23 februari 2014 te 00:05 uur had ik, verbalisant, samen met collega [agent B] , hoofdagent van politie eenheid Den Haag , [eiser] aangehouden op de [adres] te [plaats] ter zake mishandeling en belediging.
Nadat wij bij politiebureau Hoefkade waren aangekomen parkeerde ik, verbalisant, ons dienstvoertuig op de binnenplaats en stapte ik uit.
Ik, verbalisant, liep naar de schuifdeur van ons dienstvoertuig en opende deze. Nadat ik de klapstoel van de middelste bank naar voren had gedaan zag ik dat collega [agent B] nog op [eiser] zat ten einde hem onder controle te houden. [eiser] was hiervoor zeer agressief, dronken en niet meewerkend. Zie voor het gedrag het proces verbaal van bevindingen [pv 2] .
Ik, verbalisant, zag dat collega [agent B] vrijwel direct nadat ik de klapstoel had weggeklapt van [eiser] af ging.
Ik, verbalisant, deelde samen met collega [agent B] , [eiser] mede dat hij uit ons dienstvoertuig moest komen. Ik, verbalisant, hoorde collega [agent B] tegen mij zeggen dat ik uit moest kijken omdat [eiser] hem zojuist een kopstoot had gegeven en hem had getrapt.
Hierop hebben collega [agent B] en ik, verbalisant, [eiser] beetgepakt en uit het dienstvoertuig begeleid. Collega [agent B] en ik hebben [eiser] voorzichtig op zijn buik gelegd. Dit deden wij omdat [eiser] zich slap hield en totaal niet mee werkte. Om er voor te zorgen dat wij [eiser] goed beet konden pakken zodat hij niet kon vallen tijdens de begeleiding hebben collega [agent B] en ik [eiser] van de grond bij de bovenarmen beetgepakt. Terwijl wij [eiser] uit ons dienstvoertuig begeleidden hoorde ik, verbalisant, een collega tegen ons zeggen dat [eiser] direct naar de ophoudcel gebracht moest worden.
Hierop hebben wij [eiser] begeleid naar de ophoudcel. In de cellengang aangekomen voelde ik, verbalisant, dat [eiser] zich niet neer slap hield en mee ging lopen. Hierop heb ik, samen met verbalisant [agent B] [eiser] gefixeerd en met het bovenlichaam voorover laten bukken.
Bij de ophoudcel aangekomen ben ik, verbalisant, samen met collega [agent B] en [eiser] de ophoudcel ingegaan.
In de ophoudcel bevond zich een bed met daarop een plastic matras. Ten einde [eiser] veilig en gecontroleerd te fouilleren en te ontdoen van de transportboeien deelde ik, verbalisant, [eiser] mede dat hij, volgens protocol, op zijn knieën moest zitten.
Ik, verbalisant, zag dat [eiser] stil bleef staan. Ik, verbalisant, voelde dat [eiser] zijn spieren aanspande en zich kennelijk schrap zetten toen ik [eiser] met lichte dwang naar beneden wilde duwen. Ik, verbalisant, zag dat [eiser] nog steeds voorovergebogen in een hoek van ongeveer 90 graden stond.
Omdat [eiser] dronken was, zich regelmatig verzette, agressief, onberekenbaar was en niet meewerkte aan wat hem opgedragen was wilde ik, verbalisant, [eiser] middels een knie op het bovenbeen een pijnprikkel geven. Dit om er voor te zorgen dat [eiser] zijn aangespannen spieren zou ontspannen en vervolgens op zijn knieën zou gaan plaatsnemen.
Op het moment dat ik, verbalisant, [eiser] een attentietik wilde geven deed deze
een stap naar achter en draaide hij met zijn bovenlichaam. Hierop belandde de knie per ongeluk in het gezicht van [eiser] .
Ik, verbalisant, schrok hier van.
Ik, verbalisant, voelde dat [eiser] zich niet meer schap zette en begeleidde hem samen met collega [agent B] voor het bed in de cellengang.
Ik, verbalisant, zeg dat er bloed kwam uit het gezicht van [eiser] . Ik, verbalisant, schrok hier van en vroeg [eiser] waar hij pijn had. Ik, verbalisant, hoorde [eiser] zeggen dat hij pijn in zijn gezicht had en dat hij mee ging werken.
Nadat collega [agent B] en ik, verbalisant, [eiser] hadden onderworpen aan
een insluitingfouillering zijn wij de ophoudcel uit gegaan. Ik, verbalisant, zag dat
een collega van politiebureau Hoefkade zich ontfermde over de verwonding aan het
gezicht van [eiser] .
Nadat de hulpofficier van justitie [inspecteur] , inspecteur van politie eenheid Den Haag , aan politiebureau Hoefkade was gearriveerd heb ik, verbalisant mijn toegepaste geweld mondeling gemeld aan hem.(…)”