3.3De beoordeling van de tenlastelegging
Juridisch kader van het bewijs in zedenzaken
Zedenzaken kenmerken zich doorgaans door de omstandigheid dat slechts twee personen aanwezig waren bij de (gestelde) seksuele handelingen: het slachtoffer en de verdachte. Wanneer de verdachte de seksuele handelingen dan ontkent, leidt dat er in veel gevallen toe dat slechts de verklaring van het slachtoffer – als getuige – als wettig bewijs beschikbaar is. De verklaring van één getuige - in zo’n geval het slachtoffer - is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat in zedenzaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaring van het slachtoffer toch voldoende wettig bewijs kan opleveren. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van het slachtoffer op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Daar staat tegenover dat tussen de verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan. Uit het dossier en uit hetgeen ter zitting is besproken, moet de rechter dan bovendien ook de overtuiging hebben gekregen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
Ook in de aan de verdachte ten laste gelegde feiten op dagvaarding I hebben alleen de (minderjarige) meisjes verklaard dat de verdachte seksuele handelingen bij hen heeft gepleegd. De rechtbank zal eerst toetsen of de verklaringen van de meisjes betrouwbaar kunnen worden geacht. Daarbij kijkt ze naar de inhoud van de verklaring, op welke wijze deze tot stand is gekomen (disclosure) en in hoeverre deze verklaring consistent is. De rechtbank zal vervolgens beoordelen of de verklaring van het slachtoffer in voldoende mate wordt ondersteund door ander bewijs.
De verklaring van [slachtoffer 1]
geboren op [geboortedatum 2] , heeft bij de politie verklaard dat eind juli 2017 [verdachte] op bezoek kwam in de woning aan de [adres 2] te Den Haag, waar zij woonde met haar moeder. [slachtoffer 1] was op dat moment alleen thuis. [slachtoffer 1] en de verdachte waren in de woonkamer. [slachtoffer 1] moest van de verdachte op een stoel bij de tafel gaan zitten. De verdachte zei dat hij [slachtoffer 1] een massage ging geven. Hierop gaf de verdachte [slachtoffer 1] een schoudermassage. Vervolgens deed de verdachte het T-shirt van [slachtoffer 1] omhoog aan de achterzijde en ging naar haar schouders en over haar rug naar beneden. De verdachte ging met zijn handen naar haar borsten toe. Het hemd van [slachtoffer 1] zat op haar schouders. De verdachte ging met zijn handen via de rug onder haar arm door naar de voorzijde, haar borsten. Met zijn beide handen raakte hij haar borsten aan. De verdachte zei: "Ga eens staan". [slachtoffer 1] moest toen bij de bank gaan staan. De verdachte heeft haar broek en onderbroek uitgedaan. [slachtoffer 1] moest op de bank gaan liggen. De verdachte deed haar benen wijd. [slachtoffer 1] was in shock. De verdachte ging tussen haar benen liggen. Vervolgens trok de verdachte [slachtoffer 1] naar zich toe, ging met zijn hoofd naar voren en ging met zijn hoofd tussen haar benen. De verdachte was met zijn hoofd bij haar kruis en bewoog met zijn tong bij haar vagina. Vervolgens ging hij met één vinger in haar vagina en deed de vinger steeds in en uit de vagina. [slachtoffer 1] moest gaan staan. De verdachte deed zijn broek en onderbroek naar beneden. De verdachte zei dat [slachtoffer 1] moest gaan leren hoe zij moest gaan zoenen en tongen. [slachtoffer 1] moest zijn piemel aanraken. Toen zei de verdachte dat [slachtoffer 1] dichtbij moest komen staan en ging vervolgens met haar zoenen. [slachtoffer 1] moest gaan zitten en moest zijn piemel in haar mond stoppen. De verdachte ging met zijn piemel telkens in en uit haar mond. Een paar seconden later zei de verdachte dat [slachtoffer 1] weer moest gaan staan. [slachtoffer 1] moest zich omdraaien, met haar rug naar hem toe. De verdachte stopte zijn piemel in de vagina van [slachtoffer 1] . Hij ging er weer uit, toen weer half erin en eruit en vervolgens weer erin. [slachtoffer 1] zei dat het pijn deed, draaide zich weg en hoorde de verdachte zeggen dat hij het de volgende keer voorzichtiger ging doen. De verdachte gaf haar toen een kus op haar mond. De verdachte ging weg en zei nog: "Vertel het aan niemand en ook niet aan je moeder".
De verklaring van de verdachte
D verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 1] op haar schouders heeft gemasseerd bij haar thuis. Zij was toen alleen thuis. Hij heeft toen met haar over seks gesproken.
De verklaring van de moeder van [slachtoffer 1]
[naam moeder slachtoffer 1] , de moeder van [slachtoffer 1] , heeft bij de politie verklaard dat zij met [verdachte] voor de zomer van 2017 een relatie had en dat hij daarna ongeveer vier keer per week langskwam om te praten.In een tweede verklaring heeft ze verklaard dat haar dochter zoals altijd als zij ’s avonds werkte, alleen thuis was en dat ze met de verdachte die avond een afspraak had over het langsbrengen van een computerkabel.
De beoordeling door de rechtbank
De betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 1]
heeft voor het eerst over het gebeurde verteld aan haar nichtje, [naam nichtje] , op 29 september 2017. [naam nichtje] heeft dit aan haar moeder, de tante van [slachtoffer 1] , verteld, aan wie [slachtoffer 1] vervolgens nog een keer haar verhaal heeft gedaan. De tante heeft hiervan een geluidsopname gemaakt en vervolgens de politie gebeld. Hierna heeft [slachtoffer 1] eerst met de politie op 30 september 2017 een informatief gesprek gevoerd waarin zij haar verhaal nogmaals heeft gedaan. Daarna is zij op 11 oktober 2017 verhoord, waar zij de hiervoor weergegeven verklaring heeft afgelegd. Ook [naam nichtje] is door de politie verhoord en de geluidsopname is door de politie beluisterd en uitgewerkt.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [slachtoffer 1] telkens, tegenover haar nichtje, haar tante, tijdens het informatieve gesprek en tijdens het verhoor consistent en gedetailleerd verklaard over het gebeurde. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer 1] daarom betrouwbaar en zal deze tot bewijs bezigen.
Daarnaast vindt de verklaring van [slachtoffer 1] op meerdere punten bevestiging in de verklaring van de verdachte, namelijk dat hij alleen met haar thuis was, haar heeft gemasseerd en dat een gesprek over seks heeft plaatsgevonden. Ook vindt de verklaring van [slachtoffer 1] steun in de verklaring van haar moeder over het alleen thuis zijn en het feit dat de verdachte in die periode waarin het ten laste gelegde zou hebben plaatsgevonden, vaak langskwam om te praten.
Nu de rechtbank de verklaring van [slachtoffer 1] betrouwbaar acht en deze voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen, gaat de rechtbank voor het bewijs van het ten laste gelegde dan ook van deze verklaring uit.
Gedwongen tot seksuele handelingen
Uit voormelde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 1] handelingen heeft ondergaan die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat geen sprake is geweest van geweld, bedreiging met geweld of bedreiging met een andere feitelijkheid. De vraag resteert dan of sprake is geweest van andere feitelijkheden waardoor de verdachte [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van de ten laste gelegde seksuele handelingen.
Van door een feitelijkheid dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) kan slechts sprake zijn, indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte [slachtoffer 1] tot de seksuele handelingen heeft gedwongen door feitelijkheden, bestaande in de combinatie van het overwicht dat hij had door het grote leeftijdsverschil (27 jaar) en de omstandigheid dat hij de partner was van de moeder van [slachtoffer 1] en regelmatig bij [slachtoffer 1] thuis kwam, waarbij er sprake was van een vertrouwensband, en in die situatie in haar eigen huis onverhoeds de kleding van [slachtoffer 1] heeft uitgetrokken, haar gezegd dat zij op de bank moest gaan liggen en haar benen heeft gespreid. [slachtoffer 1] was hierdoor in shock. Hierdoor heeft de verdachte voor de destijds 14-jarige [slachtoffer 1] een zo bedreigende situatie doen ontstaan, dat zij zich in redelijkheid niet kon onttrekken aan de seksuele handelingen die de verdachte daarna met haar heeft gepleegd, waaronder het met zowel zijn vingers als penis meermalen binnendringen in de vagina van [slachtoffer 1] .
Conclusie
De rechtbank acht het bij dagvaarding I onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De verklaring van [slachtoffer 2] bij de politie
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 4] , heeft bij de politie verklaard dat zij in de maand van het kerstgala op bezoek kwam in een woning in Den Haag, waar haar vriendin [naam vriendin] woonde. [slachtoffer 2] was in september van het jaar van het kerstgala vijftien jaar oud geworden. [slachtoffer 2] groette haar vriendin [naam vriendin] en liep naar de kelder. [naam vriendin] bleef op bed liggen en ging niet mee naar de kelder. In de kelder ging [slachtoffer 2] zitten en zij liet haar haar door de vader van [naam vriendin] (de rechtbank begrijpt: de verdachte) doen. De verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat hij liefde zocht. Toen de verdachte klaar was met het knippen van haar haar, gaf hij haar kusjes op haar wang en mond. [slachtoffer 2] trok haar hoofd weg. Vervolgens zei de verdachte dat [slachtoffer 2] moest gaan staan en dat hij de top erin deed. Hierop deed de verdachte de broek van [slachtoffer 2] naar beneden. [slachtoffer 2] durfde niets te zeggen en moest blijven staan. De verdachte deed zijn broek naar beneden tot op de bovenzijde van zijn benen en duwde haar tegen de muur. De verdachte ging met zijn lul in en uit haar vagina. [slachtoffer 2] kreeg kramp en deed haar broek weer aan. Nadat [slachtoffer 2] haar broek had aangedaan, zei de verdachte dat hij haar zou gaan beffen. [slachtoffer 2] wist niet waar de verdachte het over had. Vervolgens ging [slachtoffer 2] naar huis.
De verklaring van [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris
[slachtoffer 2] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zij op de dag van het schoolfeest naar de woning van haar vriendin [naam vriendin] is gegaan om haar haar door de verdachte te laten doen. [naam vriendin] bleef op bed liggen. [slachtoffer 2] is alleen naar de kelder gegaan en ging daar op een stoel zitten. De verdachte begon [slachtoffer 2] te zoenen. [slachtoffer 2] hield haar lippen stijf op elkaar en raakte in paniek. De verdachte zei: “doe je broek maar naar beneden want ik zet alleen de top erin”. Met kracht bleef de verdachte de broek van [slachtoffer 2] naar beneden trekken en trok haar bij haar pols omhoog. Op een gegeven moment was [slachtoffer 2] verstijfd en duwde hij “het” erin. De verdachte stopte zijn piemel in de vagina van [slachtoffer 2] en ging meerdere keren erin en eruit. [slachtoffer 2] stond voorovergebogen over een stoel, met haar gezicht richting de muur. De stoel stond tegen de muur aan. De verdachte was een minuut bezig en trok daarna zijn broek omhoog. Vervolgens zei de verdachte dat als ze langer waren doorgegaan, hij [slachtoffer 2] zou beffen.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het haar van [slachtoffer 2] in de kelder heeft gedaan.
De verklaring van de moeder van [slachtoffer 2]
De moeder van [slachtoffer 2] , [naam moeder slachtoffer 2] , heeft verklaard dat [slachtoffer 2] een schoolfeestje had en dat zij de dag na het feestje zag dat de babyhaartjes van [slachtoffer 2] aan de achterzijde van haar hoofd waren afgeschoren. [slachtoffer 2] heeft tegenover haar moeder verklaard dat de verdachte haar haar had afgeschoren en dat haar vriendin [naam vriendin] op bed was blijven liggen. Later heeft [slachtoffer 2] tegenover haar moeder verklaard dat ze door de verdachte was verkracht.
De beoordeling door de rechtbank
Betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2]
is niet zelf naar de politie gestapt met haar verhaal. Zij is door de politie benaderd nadat de echtgenote van de verdachte, [naam echtgenote verdachte] , over [slachtoffer 2] had verklaard tegenover de politie. Volgens [naam echtgenote verdachte] had [slachtoffer 2] eerst tegen haar gezegd dat de verdachte haar had verkracht, maar later gezegd dat dit niet waar was en haar excuses daarvoor aangeboden. [naam echtgenote verdachte] heeft een van [slachtoffer 2] afkomstig Facebookbericht op haar telefoon laten zien, dat de verklaring van [naam echtgenote verdachte] bevestigt. Vervolgens heeft de politie [slachtoffer 2] verhoord. Tijdens het verhoor heeft zij eerst verklaard dat er niets was voorgevallen tussen haar en de verdachte anders dan zoenen, maar na doorvragen van de politie heeft zij verklaard over andere seksuele handelingen, zoals hiervoor is weergegeven. De rechtbank overweegt dat deze gang van zaken vragen oproept over de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] . Zij is hierover ook bevraagd bij de rechter-commissaris. Daar heeft zij uitgelegd dat zij het bericht aan [naam echtgenote verdachte] had gestuurd omdat zij niet wilde dat de dochter van de verdachte, met wie zij was bevriend, zonder vader zou opgroeien als gevolg van haar beschuldiging van verkrachting. Dit vindt bevestiging in de verklaring die de moeder van [slachtoffer 2] , [naam moeder slachtoffer 2] , bij de politie heeft afgelegd. Dit komt de rechtbank plausibel voor, in aanmerking genomen dat [slachtoffer 2] zelf ook zonder vader is opgegroeid. Verder heeft [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris uitgelegd dat zij bij de politie eerst niet wilde verklaren over alle seksuele handelingen omdat zij bang was dat “het probleem groter zou worden dan het was”. Ook dit komt de rechtbank plausibel voor. Door deze uitleg komt de rechtbank tot het oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 2] zoals deze zijn afgelegd bij de rechter-commissaris en bij de politie, als betrouwbaar moeten worden aangemerkt nu deze verklaringen gedetailleerd en consistent zijn.
De verdediging heeft erop gewezen dat [slachtoffer 2] tegenover twee meisjes, [naam 1] en [naam 2] , andersluidend zou hebben verklaard over het gebeurde. Zij zijn ook bij de rechter-commissaris verhoord. Uit hun verklaringen komt naar voren dat [slachtoffer 2] wisselend zou hebben verklaard over haar kleding ten tijde van het gebeurde in de kelder, maar de rechtbank is van oordeel dat dit detail over de kleding in dit geval, mede gelet op de ondergeschiktheid ervan als ook het tijdsverloop tussen het incident en de verklaringen, geen reden geeft tot twijfel aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van [slachtoffer 2] . Voorts komt uit de verklaringen van [naam 1] en [naam 2] naar voren dat [slachtoffer 2] zou hebben verklaard over seksuele handelingen met de verdachte op andere plaatsen en tijdstippen zoals in een bos en in een auto, waarover zij bij de politie niet heeft verklaard. Wat hier verder ook van zij laat de rechtbank in het midden, nu [slachtoffer 2] tegenover [naam 1] en [naam 2] in ieder geval (ook) heeft verklaard over het gebeurde in de kelder. De verdediging heeft er verder op gewezen dat bij het gebeurde in de kelder een andere persoon aanwezig was, namelijk [slachtoffer 3] , die zou hebben ontkend dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen de verdachte en [slachtoffer 2] . [slachtoffer 3] heeft aanvankelijk telefonisch aan de politie verklaard dat zij niet meer wist was er in de kelder was gebeurd. Later heeft zij echter tijdens een verhoor bij de politie verklaard dat de verdachte en zijn moeder haar hadden benaderd om te getuigen dat zij erbij was in de kelder en dat “het” niet was gebeurd, terwijl zij in werkelijkheid helemaal niet in de kelder aanwezig was. Gelet op deze gang van zaken doet de verklaring van [slachtoffer 3] de rechtbank niet twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] . De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat er geen reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] zodat deze voor het bewijs kan worden gebezigd.
De verklaring van [slachtoffer 2] vindt bovendien bevestiging in de verklaring van de verdachte zelf, namelijk dat hij inderdaad in de kelder was met [slachtoffer 2] en daar haar haar heeft gedaan. Ook de verklaring van [slachtoffer 3] dat zij door de verdachte en zijn moeder benaderd is om in strijd met de waarheid te verklaren dat zij erbij was in de kelder en dat er daar niets was gebeurd, merkt de rechtbank aan als steunbewijs.
Nu de rechtbank de verklaring van [slachtoffer 2] betrouwbaar acht en deze voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen, gaat de rechtbank voor het bewijs van het ten laste gelegde dan ook van deze verklaring uit.
Gedwongen tot seksuele handelingen
Uit voormelde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 2] handelingen heeft ondergaan die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat geen sprake is geweest van geweld, bedreiging met geweld of bedreiging met een andere feitelijkheid. De vraag resteert dan of sprake is geweest van andere feitelijkheden waardoor de verdachte [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van de ten laste gelegde seksuele handelingen.
De feitelijkheden in deze zaak bestaan uit het volgende. Nadat de verdachte in de kelder van zijn huis het haar van [slachtoffer 2] had geknipt, heeft hij haar onverhoeds op haar wang en mond gekust waardoor [slachtoffer 2] in paniek raakte en niet wist wat ze moest doen. Vervolgens heeft de verdachte de broek van [slachtoffer 2] omlaag getrokken en haar tegen de muur geduwd. [slachtoffer 2] durfde niets te zeggen en was verstijfd. Ook zei de verdachte tegen [slachtoffer 2] dat hij haar ging beffen. De verdachte was 26 jaar ouder dan [slachtoffer 2] , die op dat moment vijftien jaar was. De verdachte was de vader van haar vriendin. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de verdachte overwicht had op [slachtoffer 2] , waarvan de verdachte misbruik heeft gemaakt. Door onder deze omstandigheden de bovengenoemde handelingen te verrichten, heeft de verdachte voor de destijds vijftienjarige [slachtoffer 2] een zo bedreigende situatie doen ontstaan, dat sprake is van seksuele handelingen onder dwang waaraan zij zich niet kon onttrekken, waaronder het door de verdachte binnendringen met zijn penis in de vagina van [slachtoffer 2] .
De rechtbank leidt uit het dossier ook af dat de verdachte een bericht met de tekst “ik vind je leuk” heeft gestuurd aan [slachtoffer 2] . Het sturen van dit bericht heeft echter niet bijgedragen aan het doen ontstaan van vorenbedoelde bedreigende situatie. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
De pleegperiode
[slachtoffer 2] is op [datum] vijftien jaar oud geworden. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat de verkrachting heeft plaatsgevonden in de maand van het kerstgala van het jaar dat zij vijftien jaar oud is geworden. [slachtoffer 2]
Conclusie
De rechtbank acht het bij dagvaarding I onder feit 2 primair ten laste gelegde, anders dan de officier van justitie en de verdediging, wettig en overtuigend bewezen.
Dagvaarding II, feiten 1 en 2
De verklaring van [slachtoffer 3]
, geboren op [geboortedatum 3] , heeft – na een informatief gesprek bij de politie – op 28 september 2018 aangifte gedaan en het volgende verklaard. In september 2014 kwam [slachtoffer 3] in Nederland wonen en kwam ze in contact met haar nichtje [naam dochter verdachte] , de dochter van de verdachte. De verdachte is de zoon van de zus van de moeder van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] kwam sinds twee maanden langs in de woning van de verdachte en vond het een warme, fijne en veilige plek. Op enig moment sprak de verdachte [slachtoffer 3] aan op WhatsApp en zei dat hij seks met haar wilde. [slachtoffer 3] gaf aan dat ze nicht en neef zijn en zei dat ze geen seks wilde.
Midden november 2014 had [slachtoffer 3] met [naam dochter verdachte] afgesproken om bij haar in Den Haag te gaan logeren. [slachtoffer 3] woonde op dat moment in Eindhoven en is daar met de auto door de verdachte opgehaald. De verdachte was zonder [naam dochter verdachte] gekomen. Op enig moment parkeerde de verdachte de auto op een lege parkeerplaats. De verdachte raakte [slachtoffer 3] aan bij haar benen. [slachtoffer 3] haalde zijn hand weg, waarop de verdachte nogmaals de benen van [slachtoffer 3] aanraakte. [slachtoffer 3] werd over haar kleding bij haar borsten en haar vagina aangeraakt. De verdachte zei hierbij dat het niet erg was en dat [slachtoffer 3] niet bang moest zijn. Vervolgens zei de verdachte dat [slachtoffer 3] naar de achterbank moest. De verdachte ging op de achterbank naast [slachtoffer 3] zitten, deed zijn broek uit en zei tegen [slachtoffer 3] dat zij hem moest pijpen. Hierop heeft [slachtoffer 3] de verdachte gepijpt. Vervolgens moet [slachtoffer 3] gaan liggen en haar broek ging uit. De verdachte deed een condoom om heeft [slachtoffer 3] vervolgens gepenetreerd.
De tweede keer waarover [slachtoffer 3] heeft verklaard, kwam de verdachte met zijn scooter [slachtoffer 3] in Zoetermeer ophalen. [slachtoffer 3] had met [naam dochter verdachte] afgesproken, maar zij was niet meegekomen. De verdachte en [slachtoffer 3] waren alleen en gingen met de scooter via Leidschenveen naar zijn woning in Den Haag. Tijdens het rijden ging de verdachte met zijn hand naar achteren. [slachtoffer 3] werd bij haar vagina aangeraakt. De scooter viel op enig moment uit. [slachtoffer 3] moest van de verdachte meekomen. Ze liepen naar een gebouwtje.
Toen de verdachte en [slachtoffer 3] achter het gebouwtje kwamen, trok de verdachte zijn broek naar beneden. De verdachte zei tegen [slachtoffer 3] : “kom”. Op dat moment had de verdachte een stijve penis. Hierop begon [slachtoffer 3] de verdachte te pijpen. Vervolgens zei de verdachte dat [slachtoffer 3] zich om moest draaien. Haar kleren ging tot onder de knie uit. De verdachte heeft [slachtoffer 3] vaginaal gepenetreerd totdat hij was klaargekomen.
De derde keer waarover [slachtoffer 3] heeft verklaard, werd zij door de verdachte met de auto in Zoetermeer opgehaald om naar zijn woning te gaan. De verdachte stopte bij een flat en zei dat [slachtoffer 3] mee moest komen. In woning van de flat heeft [slachtoffer 3] met de verdachte vaginale seks gehad.
De vierde keer waarover [slachtoffer 3] heeft verklaard was in de auto op weg vanuit Zoetermeer naar Den Haag. De verdachte parkeerde de auto in de buurt van de spoortunnel van de [naam straat] te Den Haag. De verdachte zei tegen [slachtoffer 3] dat ze het in de auto gingen doen en nieuwe dingen zouden gaan proberen. De verdachte deed de leuning naar achteren en [slachtoffer 3] moest gaan liggen. Vervolgens ging de verdachte [slachtoffer 3] beffen en pijpte [slachtoffer 3] de verdachte. [slachtoffer 3] moest hierna op haar zij gaan liggen met haar benen gesloten en werd gepenetreerd.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat ze tijdens het laatste incident vijftien jaar of richting de vijftien jaar oud was.
[slachtoffer 3] heeft voorts verklaard dat zij ook anale seks met de verdachte heeft gehad en dat zij vaak in de schuur van de verdachte seks heeft gehad.
De laatste keer dat er is iets gebeurd, was op 15 april 2017. Zij was op dat moment in Eindhoven, op de verjaardag van haar nichtje. Op dat moment had [slachtoffer 3] al een paar maanden geen seks met de verdachte gehad. De verdachte was ook op het feestje aanwezig. Op een gegeven moment hield de verdachte [slachtoffer 3] tegen en heeft hij haar op de trap gevingerd. De verdachte zei vervolgens dat [slachtoffer 3] mee moest naar een winkel om drank te halen. Met de auto gingen de verdachte en [slachtoffer 3] naar de winkel. Toen de verdachte en [slachtoffer 3] weer op weg waren naar de woning, parkeerde de verdachte de auto op een parkeerplaats. Op de achterbank van de auto hebben de verdachte en [slachtoffer 3] seks gehad.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gedurende een periode van drie jaar seks met [slachtoffer 3] , zijn nichtje, heeft gehad. De seks is in 2014 begonnen. De verdachte heeft [slachtoffer 3] gebeft, gevingerd en geneukt. [slachtoffer 3] heeft de verdachte gepijpt. De eerste keer vond plaats in de auto op een parkeerplaats. In de auto heeft [slachtoffer 3] de verdachte gepijpt en hebben zij seks gehad. Ook heeft hij met [slachtoffer 3] achter een gebouw in Leidschenveen seks gehad nadat de scooter was uitgevallen. Verder heeft de verdachte in zijn schuur seks gehad met de [slachtoffer 3] en heeft hij in Eindhoven met haar seks gehad.
De beoordeling door de rechtbank
Uit bovenstaande bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de verdachte seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer 3] , die mede bestonden uit seksueel binnendringen. Deze handelingen vonden meermalen plaats in de periode van 1 november 2014 t/m 21 november 2016. [slachtoffer 3] was toen jonger dan 16 jaar. [slachtoffer 3] is het nichtje van de verdachte. De seksuele handelingen zijn voorgevallen op verschillende momenten dat de verdachte [slachtoffer 3] kwam ophalen. De verdachte kwam [slachtoffer 3] vaak ophalen omdat zij dan met zijn dochter had afgesproken. Ten tijde van het misbruik was de verdachte de enige volwassene in de omgeving van [slachtoffer 3] . Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve sprake van een kind dat aan de zorg en waakzaamheid van de verdachte was toevertrouwd. Daarmee acht de rechtbank het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De seksuele handelingen hebben na die periode volgens de aangifte nog eenmaal plaatsgevonden, op 15 april 2017.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat geen sprake is geweest van geweld, bedreiging met geweld of bedreiging met een andere feitelijkheid. De vraag resteert dan of sprake is geweest van andere feitelijkheden waardoor de verdachte [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van de ten laste gelegde seksuele handelingen.
[slachtoffer 3] kwam regelmatig langs in de woning van de verdachte en vond dat een warme, fijne en veilige plek. De verdachte is de neef van [slachtoffer 3] . De rechtbank gaat derhalve ervan uit dat sprake was van een vertrouwensband tussen [slachtoffer 3] en de verdachte. De verdachte was 26 jaar ouder dan [slachtoffer 3] . De verdachte had door dit grote leeftijdsverschil een geestelijk overwicht op [slachtoffer 3] . Hiervan heeft de verdachte misbruik gemaakt. Hierdoor heeft de verdachte een voor de destijds 16-jarige [slachtoffer 3] een zo bedreigende situatie doen ontstaan, dat zij zich in redelijkheid niet kon onttrekken aan de seksuele handelingen die de verdachte daarna met haar heeft gepleegd.
Uit het dossier leidt de rechtbank ook af dat de verdachte [slachtoffer 3] heeft gevraagd om foto’s en filmpjes van zichzelf te maken waarop zij bij zichzelf seksuele handelingen verricht. Deze handeling van de verdachte is niet aan te merken als een door hem verrichte ontuchtige handeling in de zin van artikel 245 Sr, of als handeling die [slachtoffer 3] door de verdachte gedwongen heeft moeten ondergaan in de zin van artikel 242 Sr. Deze handeling valt wel onder (het niet ten laste gelegde) artikel 248a Sr. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank de bij dagvaarding II onder de feiten 1 en 2 ten laste gelegde ontucht en verkrachting wettig en overtuigend bewezen acht met uitzondering van de tenlastegelegde foto’s en filmpjes gemaakt door [slachtoffer 3] .
Op 7 juli 2019 is een mobiele telefoon in de woning van de verdachte te Den Haag in beslag genomen.Op de telefoon is één kinderpornografische video aangetroffen met de bestandsnaam [bestandsnaam]. De video is door de gebruiker verzonden via WhatsApp. De video was ‘accessible’. Deze video was normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en te bekijken.Het betrof een video van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de twee en vier jaar oud. Op de video is het volgende te zien. Een man wrijft zijn penis tussen de schaamlippen van het meisje. Het meisje gaat rechtop zitten en neemt de stijve penis van de man in haar mond en gaat met haar mond heen en weer over de penis van de man. Het meisje draait zich op haar buik. De man gaat vervolgens heen en weer met zijn penis tussen de schaamlippen en duwt zijn penis tussen de schaamlippen. Vervolgens likte de man de vagina van het meisje.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op zijn mobiele telefoon een filmpje met kinderporno doorgestuurd heeft gekregen.
Op grond van hetgeen de rechtbank hierboven heeft vastgesteld acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 7 juli 2019 een gegevensdrager bevattende een kinderpornografische video in zijn bezit heeft gehad.