ECLI:NL:RBDHA:2020:12688
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag en loondoorbetaling bij ziekte in het kort geding tussen een werkneemster en de Staat der Nederlanden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De werkneemster had op 23 juni 2020 haar ontslag ingediend, maar deed dit terwijl zij zich in een emotioneel kwetsbare toestand bevond, wat zij later heeft toegelicht in een e-mail op 6 juli 2020 waarin zij haar ontslag introk. De kantonrechter oordeelde dat de Staat haar ontslag niet had mogen accepteren zonder nader onderzoek naar de omstandigheden waaronder het ontslag was ingediend. De rechter concludeerde dat de werkneemster niet aan haar ontslag mocht worden gehouden, gezien de omstandigheden van haar ziekmelding en de emotionele druk die zij ervoer door de weigering van de Staat om haar detachering bij een ander ministerie goed te keuren. De vorderingen van de werkneemster, waaronder betaling van achterstallig salaris en emolumenten, werden toegewezen, en de Staat werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van werkgevers in situaties waarin werknemers zich in een kwetsbare positie bevinden.