Uitspraak
[verdachte],
De terechtzitting
Inleiding
Toetsingscriterium verzoeken verdediging – relevantie
equality of arms. Het beginsel van
equality of armsvereist niet dat de verdediging even veel tijd en middelen tot haar beschikking krijgt als het Openbaar Ministerie teneinde een volledig (her)onderzoek naar de toedracht te kunnen verrichten. De verdediging heeft immers een geheel andere taak dan het Openbaar Ministerie. Zij is niet verantwoordelijk voor het opzetten van een opsporingsonderzoek en het achterhalen van de toedracht, maar moet de belangen van haar cliënt behartigen in een strafprocedure waarin een concreet verwijt wordt gemaakt.
equality of armsvereist wel dat de verdediging de gelegenheid krijgt haar taken naar behoren te vervullen, hetgeen inhoudt dat zij tijd en gelegenheid krijgt om het dossier te doorgronden en in vertrouwelijkheid met haar cliënt kan overleggen. Daarnaast moet zij niet alleen gelegenheid krijgen ontlastend bewijs naar voren te brengen, maar ook het belastend bewijs uit het dossier kunnen toetsen en indien daar aanleiding voor is aan nader onderzoek onderwerpen. Het is in het kader van deze laatstgenoemde taak omtrent belastend en ontlastend bewijs dat de verdediging onderzoekswensen kan indienen. In het belang van het hiervoor eveneens genoemde vereiste dat een proces binnen een redelijke termijn wordt afgerond is de ratio gelegen dat onderzoekswensen zo spoedig mogelijk worden ingediend.
equality of arms) afgewogen tegen het andere beginsel dat ook behoort tot een eerlijk proces (namelijk de berechting binnen een redelijke termijn), waarbij in de loop der tijd het accent verschuift van het eerste naar het tweede.
fishing expeditionen daarin ziet de rechtbank geen belang dat noodzaakt tot het verrichten van aanvullend onderzoek.
Beslissingen van de rechtbank op de verzoeken van de verdediging
Beoordeling van de aangehouden verzoeken gedaan in juni 2020
warplanescenario niet is uit te sluiten, althans onvoldoende is onderzocht c.q. te gemakkelijk is afgewezen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de rechtbank deze verzoeken – voor zover niet ingetrokken bij brief van 11 november 2020 – thans afwijzen wegens een gebrek aan voldoende, overwegende relevantie, dus mede vanwege de omstandigheid dat zich al veel materiaal over dit mogelijke scenario in het dossier bevindt. Het betreft alle aangehouden verzoeken die zijn opgenomen in de pleitaantekeningen deel 2 van 9 van 22 en 23 juni 2020.
crashsiteen de wijze waarop materiaal is verzameld dat uiteindelijk naar Nederland is gebracht. In dat kader had de verdediging verzocht om een OVSE-medewerker ([getuige 7]) daarover te horen. In genoemde brief geeft de verdediging aan dat zij thans niet in staat is de naam van een getuige te noemen die hierover zou kunnen verklaren en zij vraagt om in afwachting van haar nader onderzoek om een getuige te vinden het verzoek om de OVSE-medewerker te horen aan te houden. Dat verzoek zal de rechtbank thans afwijzen bij gebrek aan een voldoende motivering ervan.
Beoordeling van de verzoeken gedaan in november 2020
radar tracking devices [34] ziet op zogenaamde AWACS-vliegtuigen in gebruik bij de NAVO heeft de rechtbank dit reeds in haar tussenbeslissing van 3 juli 2020 afgewezen. Voor zover dit verzoek ziet op de systemen die door getuige S26 zijn genoemd, merkt de rechtbank op dat uit diens verklaring is af te leiden dat hij daarmee doelt op gevechtsvliegtuigen, waarvan Oekraïne bij herhaling heeft aangegeven dat die op 17 juli 2014 niet vlogen. In zoverre is dan ook geen nadere informatie van Oekraïne te verwachten. Voor zover dit verzoek ziet op andere radarsystemen (militair en civiel) heeft Oekraïne eveneens bij herhaling aangegeven niet over meer informatie te beschikken dan reeds ter beschikking is gesteld aan het JIT. Het verzoek wordt derhalve als zinloos afgewezen. Overigens constateert de rechtbank dat naar aanleiding van een algemeen geformuleerd rechtshulpverzoek ook de Russische Federatie dergelijke informatie niet heeft aangeleverd. In het licht van het voorgaande wordt ook het horen van S26 [35] als zinloos beschouwd en om die reden afgewezen. Te meer ook omdat het verzoek onvoldoende concreet is en daarom als
fishing expeditionkan worden aangemerkt.
toy” niet op een BUK-TELAR wordt gedoeld en dat hij op 17 juli 2014 (en de dagen rondom die datum) geen BUK-TELAR heeft gezien in het gebied waarin hij zich begaf, begrijpt de rechtbank dat de verdachte dat betwist. Dit alles maakt dus ten aanzien van de beweerdelijke persoonlijke betrokkenheid van verdachte levant de vraag of zich op 17 juli 2014 rond het middaguur een BUK-TELAR (met een begeleidend konvooi waarvan [medeverdachte 2] deel zou hebben uitgemaakt) heeft bevonden in de directe omgeving van de Furshet-supermarkt in Snizhne.
geblurredis, of dit personen betreffen. Ook wenst de verdediging de maker van de video als getuige te horen. Tenslotte wenst de verdediging het Openbaar Ministerie opdracht te geven de fotografische afbeeldingen (Primo-07632) aan het dossier toe te voegen nu er maar één referentiefoto onderdeel uitmaakt van het dossier.
units” in het gesprek met een telefoonnummer dat aan [medeverdachte 1] wordt toegeschreven.
Carpathian Tree’ en twee BTR’s begeleiding nodig hebben. Het JIT vermoedt dat met deze term wordt gedoeld op de BUK-TELAR waarmee MH17 eerder die dag zou zijn neergehaald.
deception callzou kunnen zijn geweest.
deception calls [97] . De verdediging stelt dat het een feit van algemene bekendheid is dat tijdens oorlogen veel telefoongesprekken worden afgeluisterd en heeft verzocht – mocht de rechtbank daarover twijfelen – daaromtrent een deskundige te benoemen. Evenals het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat de voorwaarde waaronder dit verzoek is gedaan niet opgaat, zodat over dit verzoek geen beslissing hoeft te worden genomen.
lowboy, alsmede wanneer de BUK 312 op een
lowboyis vervoerd. Om de bewijswaarde te kunnen beoordelen van de video’s en foto’s van een BUK die zich in het procesdossier bevindt, is deze informatie volgens de verdediging noodzakelijk. De door de verdediging opgeworpen vragen worden naar het oordeel van de rechtbank echter reeds afdoende beantwoord in het dossier, te meer nu het Openbaar Ministerie ook niet betwist dat een dergelijke BUK in Oekraïne heeft rondgereden en foto’s van deze BUK ook als referentiemateriaal zijn gebruikt. Om die redenen is het verzoek zinloos en wordt afgewezen.
urface-to-Air Missile(SAM) systemen en meer specifiek een TELAR, omstandig hebben beantwoord. Van een concrete betwisting van de inhoud van hun verklaringen is bovendien geen sprake. Het verzoek tot het horen van deze getuigen wordt derhalve afgewezen. De rechtbank merkt terzijde op dat het verzoek tot het horen van getuige G9081 om andere redenen bij tussenbeslissing van 3 juli 2020 reeds is toegewezen. Het ligt voor de hand dat in dat verband ook vragen over de deskundigheid van die getuige door de verdediging zullen en kunnen worden gesteld.
aan de verdedigingkan geen sprake zijn, nu het (voornamelijk) gegevens van getuigen betreffen waarvan de identiteit beschermd is en verstrekking van deze gegevens tot het onthullen van deze identiteit zou kunnen leiden. Er bestaat slechts aanleiding de rechter-commissaris deze verificatie te laten uitvoeren, zoals dat bij een groot aantal V-getuigen al gebeurd is. Bij een dergelijke verificatie bestaat verder geen belang ten aanzien van personen die niet verhoord zijn en ook niet zullen worden verhoord. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen voor zover het ziet op getuigen die nog door de rechter-commissaris zullen worden gehoord en ten aanzien van wie nog geen verificatie heeft plaatsgevonden. Het betreft dan ook de verificatie van de betrouwbaarheid aan de hand van telecomgegevens ten aanzien van S40, S20 en, voor zover dat nog niet is geschied, V07 en V22. De telecomgegevens dienen alleen aan de rechter-commissaris te worden verstrekt. Ten aanzien van de overige gevraagde getuigen wordt het verzoek afgewezen.
- een verhoor van een viertal verbalisanten (Primo 17-841, Primo 17-843, Primo17-844 en Primo 17-149) over de betrouwbaarheid van de op grond van historische telecomgegevens verrichte locatiebepaling van de telefoons die aan verdachte zouden toebehoren;
- een verhoor van het hoofd van het Incident Response Centre van de SBU in Kiev en een viertal verbalisanten (Primo 17-275, Primo 17-170, Primo 17-177 en Primo 17-078) over de wijze waarop de selectie van tapgesprekken heeft plaatsgevonden;
- een verhoor van een verbalisant (Primo 17-147) over de wijze waarop de tolken zijn omgegaan met de problemen die voortkomen uit het omzetten van een taal uit de ene taalfamilie – in dit geval het Russisch – naar een taal uit een andere taalfamilie, het Engels;
- een verhoor van een drietal verbalisanten (Primo 17-170, Primo 17-147 en Primo 17-399) over de vraag wie de stem van verdachte zou hebben herkend tijdens gesprekken over de aan verdachte toegeschreven telefoons en op grond waarvan die herkenning precies heeft plaatsgevonden;
- een verhoor van een drietal verbalisanten (Primo 17-181, Primo 17-407 en Primo 17-352) betreffende 53 gesprekken over afgetapte lijnen die op 17 juli 2014 tussen 15:00 uur en 15:30 uur hadden plaatsgevonden, maar waarvan geen audio beschikbaar is, volgens de provider vanwege enkele noodsituaties.
‘chain of command’, de troepenbewegingen, de transporten van militaire voertuigen, de aanwezigheid van andere grondraketten dan BUK-raketten en de ontwikkelingen van de oorlog aan de frontlinie. Aanvullend is verzocht om – indien deze zijn veiliggesteld door het JIT – tapgesprekken van de Oekraïense strijdkrachten. De beslissing op het verzoek tot het horen van Primo 17-147 over de vertaling van tapgesprekken kan wat de verdediging betreft worden aangehouden tot na het horen van getuigen over ‘hetgeen wat zij in afgeluisterde telefoongesprekken hebben bedoeld te zeggen’. In aanvulling op de onderzoekswensen met betrekking tot de stemherkenning van verdachte is door de verdediging verzocht ten aanzien van een tapgesprek op 17 juli 2014 om 19.01.38 uur getuige ‘[getuige 61]’ te horen, alsmede een linguïstisch expert te benoemen teneinde vast te stellen of het gesprek mogelijk ten onrechte aan wordt toegeschreven, dan wel bewerkt of gemanipuleerd is.
box), speelgoed (
toy) en potloden. Met een doosje wordt militaire techniek bedoeld, met speelgoed worden
portable devicesbedoeld en met potloden mankracht. Het aangeven van gesneuvelden of gewonden wordt aangeduid met de codes 200 en 300. In de video-opname die ter terechtzitting is vertoond, zijn zes tapgesprekken afgespeeld waar verdachte op reageert. Verdachte legt uit dat in drie gesprekken codewoorden worden gebruikt en dat in twee gesprekken sprake is van misleidende informatie. Over het zesde gesprek verklaart verdachte dat hij geen deelnemer is aan dat gesprek. Verder verklaart verdachte dat het pas echt interessant wordt als je alles in zijn geheel gaat bekijken en om overal een duidelijk beeld van te krijgen je een aantal bestanden samen moet bekijken.
- 16 juli 2014 om 08:47:53 uur;
- 16 juli 2014 om 15:28:24 uur;
- 16 juli 2014 om 18:12:49 uur;
- 16 juli 2014 om 20:11:57 uur;
- 17 juli 2014 om 09:31:30 uur;
- 17 juli 2014 om 09:55:20 uur;
- 17 juli 2014 om 12:42:57 uur;
- 17 juli 2014 om 12:51:09 uur;
- 17 juli 2014 om 18:44:37 uur;
- 17 juli 2014 om 19:01:38 uur;
- 17 juli 2014 om 19:25:39 uur;
- 17 juli 2014 om 19:28:00 uur;
- 17 juli 2014 om 19:52:23 uur;
- 17 juli 2014 om 21:40:49 uur;
- 18 juli 2014 om 00:25:26 uur.
vergelijkend spraakonderzoekdan wel een
automatische sprekersvergelijkingtot op heden bij gebrek aan ‘referentiemateriaal’ niet heeft plaats kunnen vinden, doch thans videomateriaal van verdachte voor dergelijk vergelijkend onderzoek beschikbaar is.
als verdachte, en dat hij te kennen heeft gegeven niet te willen meewerken aan het strafproces. Dit is echter onvoldoende voor de rechtbank om reeds op voorhand te concluderen dat het (doen) horen
als getuigeop dezelfde problemen zal stuiten. Met betrekking tot medeverdachte [medeverdachte 2] is het tot maart 2020 niet gelukt om contact met hem te verkrijgen teneinde hem op de hoogte te stellen van de strafzaak en te horen en is - voor zover de rechtbank weet - geen woon- of verblijfplaats bekend. Het is, zoals ten aanzien van deze getuige al eerder is overwogen, in dit geval aan de rechter-commissaris om te beoordelen of thans wellicht aanknopingspunten beschikbaar zijn voor de wijze waarop met medeverdachte [medeverdachte 2] in contact kan worden gekomen. Indien de rechter-commissaris mocht concluderen dat het niet aannemelijk is dat één of meer medeverdachten binnen aanvaarbare termijn als getuigen kunnen worden gehoord, dan zal de rechter-commissaris hierover een proces-verbaal van bevindingen opmaken.
simply intercepted’ zijn van informatie – het bewustzijn dat telefoongesprekken werden afgeluisterd. Met het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat niet ter discussie staat dat door strijdende partijen in een conflict desinformatie, alsmede versluierend taalgebruik (al dan niet incidenteel) kan worden gebezigd. De noodzaak tot het horen van getuigen die dit in zijn algemeenheid bevestigen is dan ook niet van belang. Dit zegt immers niets over het gebruik van dergelijke informatie en taalgebruik in telefoongesprekken die direct verband zouden houden met de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
nietis gesproken over een BUK. Het horen van deze getuigen is niet noodzakelijk, nog van belang voor de verdediging, aangezien door het Openbaar Ministerie niet is gesteld dat op voormelde briefing
welzou zijn gesproken over een BUK. De verdediging wenst [getuige 67] eveneens te horen, omdat hij zou kunnen bevestigen dat verdachte zich op 17 juli 2014 bezighield met het vervoer van tanks. Ook hiervoor geldt echter dat dit niet van belang is of noodzakelijk. De omstandigheid dat verdachte zich – ook volgens zijn eigen verklaring – heeft beziggehouden met het vervoer van tanks is immers niet redengevend voor het al dan niet eveneens betrokken zijn bij het vervoer van de beweerdelijke BUK. Een reden voor het horen van [getuige 67] als getuige kan daarom evenmin hierin worden gevonden. De verzoeken worden om die reden als onvoldoende gemotiveerd afgewezen.
gedeeltelijkweggelakte verklaring, maar verklaringen die in hun
geheelniet konden worden opgenomen in het dossier.
Verzoeken van het Rechtsbijstandsteam MH17
Besluit vaststelling formulier voor schadevergoedingsverzoeken in het strafproces.
Vorderingen en verzoeken van het Openbaar Ministerie
De verdere planning van deze strafzaak
De beslissing
verwijstde zaak van verdachte naar de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, ter uitvoering van de hierna vermelde toegewezen onderzoekswensen van de verdediging, vorderingen van het Openbaar Ministerie en van de ambtshalve beslissingen van de rechtbank:
- 16 juli 2014 om 08:47:53 uur;
- 16 juli 2014 om 15:28:24 uur;
- 16 juli 2014 om 18:12:49 uur;
- 16 juli 2014 om 20:11:57 uur;
- 17 juli 2014 om 09:31:30 uur;
- 17 juli 2014 om 09:55:20 uur;
- 17 juli 2014 om 12:42:57 uur;
- 17 juli 2014 om 12:51:09 uur;
- 17 juli 2014 om 18:44:37 uur;
- 17 juli 2014 om 19:01:38 uur;
- 17 juli 2014 om 19:25:39 uur;
- 17 juli 2014 om 19:28:00 uur;
- 17 juli 2014 om 19:52:23 uur;
- 17 juli 2014 om 21:40:49 uur;
- 18 juli 2014 om 00:25:26 uur;
De rechtbank houdt aan haar beslissing omtrent:
verdedigingtot het horen van de getuige [getuige 6];
Openbaar Ministerietot het verplaatsen van de zitting naar de luchtmachtbasis in Gilze-Rijen voor een schouw van de reconstructie van het vliegtuig.
De rechtbank verstaat dat:
- de vragen die de verdediging op 3 november 2020 heeft geformuleerd die zij aan de deskundige van [bedrijf 1] zou willen voorleggen vallen onder de reikwijdte van het reeds op 3 juli 2020 toegewezen verhoor van een (door de rechter-commissaris te benoemen) deskundige van [bedrijf 1];
- de vragen die de verdediging op 3 november 2020 heeft geformuleerd die zij aan de deskundigen van het NLR en de RMA zou willen voorleggen vallen onder de reikwijdte van het reeds op 3 juli 2020 toegewezen verhoor van deze (door de rechter-commissaris te benoemen) deskundigen.
geeftde verdediging
in overwegingom zich door [getuige 2] als kundig persoon te laten bijstaan bij de beoordeling van de reconstructie van de MH17 in Gilze-Rijen en diens bevindingen desgewenst in te brengen bij de rechter-commissaris.