Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 april 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was, en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser voerde aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering was en dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde. Hij stelde dat hij al vier maanden in bewaring zat zonder vooruitgang en dat de coronamaatregelen het onmogelijk maakten om een presentatie op het consulaat van Marokko te organiseren. De Staatssecretaris daarentegen betoogde dat de inbewaringstelling rechtmatig was en dat er zicht op uitzetting was, aangezien er een verzoek tot afgifte van een laissez passer in behandeling was bij de Marokkaanse autoriteiten.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat er geen nieuwe feiten waren die de rechtmatigheid van de maatregel in twijfel trokken. Eiser had niet voldoende medewerking verleend aan zijn uitzetting, en de rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.