ECLI:NL:RBDHA:2020:11796
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G.C. Veneman
- M.J.P. Vink
- Rechtspraak.nl
Homologatie van een akkoord na beëindiging van schuldsaneringsregelingen; beoordeling van baten des boedels
Op 16 november 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de schuldsaneringsregeling van twee schuldenaren, geboren in 1976 en 1981. De rechtbank had eerder op 9 februari 2016 de schuldsaneringsregeling uitgesproken en mr. R. Cats benoemd tot rechter-commissaris. Door het niet nakomen van verplichtingen werd de looptijd van de regeling verlengd tot 9 april 2020, waarna de regelingen op 11 mei 2020 werden beëindigd zonder schone lei. De schuldenaren hebben hoger beroep ingesteld, waarbij het hof hen de gelegenheid bood om een akkoord aan te bieden. Dit akkoord werd op 2 november 2020 behandeld en op 16 november 2020 vond de pro forma behandeling van de homologatie plaats.
De rechtbank heeft de homologatie van het akkoord beoordeeld aan de hand van artikel 153 van de Faillissementswet. De rechter-commissaris gaf aan dat de baten des boedels de som van het aangeboden akkoord aanmerkelijk te boven zouden gaan, rekening houdend met de hypothetische inkomsten die de schuldenaren hadden kunnen genereren indien zij aan hun sollicitatieverplichting hadden voldaan. De bewindvoerder adviseerde positief over de homologatie van het akkoord.
De rechtbank oordeelde dat de baten des boedels beperkt zijn tot de ten tijde van het akkoord aanwezige baten en de baten die de schuldenaar naar verwachting nadien nog zal verkrijgen. De rechtbank concludeerde dat, zelfs als de looptijd van de schuldsanering zou worden verlengd, extra afdrachten aan de boedel niet in de lijn der verwachting liggen. Daarom stond de homologatie van het akkoord niet in de weg. De rechtbank homologeerde het ontwerpakkoord, stelde de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 4.902,70 en het vastrecht op € 1.292,-.