ECLI:NL:RBDHA:2020:11742
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van functie van militair ambtenaar wegens verstoorde arbeidsverhoudingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een sergeant-majoor LDV, tegen de ontheffing uit zijn functie als bedrijfsleider van het bedrijfsrestaurant op de Marinierskazerne op Aruba. Eiser was per 12 januari 1987 aangesteld als militair ambtenaar en werkte sinds 1 september 2016 in zijn functie. De commandant Zeestrijdkrachten had eiser ontheven van zijn functie op basis van een rapport van een commissie van onderzoek (CvO) die verstoorde arbeidsverhoudingen had vastgesteld. Eiser stelde dat de CvO met vooringenomenheid had gehandeld en dat zijn functioneren altijd goed was beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid tot de ontheffing had kunnen besluiten, omdat het belang van een stabiele eenheid zwaarder woog dan de persoonlijke belangen van eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de CvO haar onderzoek onzorgvuldig of bevooroordeeld had uitgevoerd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.