In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 november 2020, is het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag gegrond verklaard. Eiseres had op 17 mei 2018 een asielaanvraag ingediend, maar de beslistermijn was verstreken op 18 november 2018. De rechtbank oordeelde dat het besluitmoratorium voor Libië, dat op 1 juli 2020 was vervallen, niet van toepassing was op reeds verstreken termijnen. De rechtbank bepaalde dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moest nemen, en dat bij overschrijding van deze termijn een dwangsom van € 100 per dag verbeurt zou worden, met een maximum van € 7.500.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 262,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na bekendmaking. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).