Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Eritrese eiser. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 4 augustus 2020 was genomen, waarin de maatregel van bewaring werd opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring was opgelegd omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht onder de Dublinverordening en er een significant risico was dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Tijdens de zitting op 17 augustus 2020 was de eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er ook een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft overwogen dat de duur van de maatregel van bewaring, die op 18 augustus 2020 zou eindigen, niet onredelijk was en dat er geen aanwijzingen waren dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend had gehandeld in de overdrachtsprocedure. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gronden van de maatregel niet zijn bestreden en dat er geen onregelmatigheden zijn vastgesteld die de rechtmatigheid van de maatregel in gevaar zouden brengen.