ECLI:NL:RBDHA:2020:11186
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstandsrecht op basis van de Participatiewet na niet-nakoming van afspraken door eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de opschorting en intrekking van haar bijstandsrecht op grond van de Participatiewet (Pw). De rechtbank oordeelde dat eiseres verwijtbaar niet op afspraken is verschenen en de gevraagde stukken niet heeft overgelegd. Eiseres had meerdere keren gesprekken afgezegd wegens gezondheidsredenen, maar de rechtbank oordeelde dat zij in staat was om naar winkels te gaan en dat zij ook in staat had moeten zijn om de gevraagde gegevens te verstrekken. De rechtbank concludeerde dat de verweerder bevoegd was om het recht op bijstand op te schorten en in te trekken, en dat het beroep van eiseres ongegrond was. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
De zaak begon met een besluit van 3 juli 2019, waarbij het recht op bijstand van eiseres werd opgeschort. Dit werd gevolgd door een besluit van 17 juli 2019, waarin het recht op bijstand werd ingetrokken. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet tijdig de gevraagde gegevens heeft overgelegd en dat er geen reden was om aan te nemen dat zij niet in staat was om op de afspraken te verschijnen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder haar gezondheidsproblemen, niet overtuigend geacht en heeft de beslissing van de verweerder bevestigd.