ECLI:NL:RBDHA:2020:11130

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2020
Publicatiedatum
5 november 2020
Zaaknummer
C/09/599992 / FA RK 20-6754
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van de geestelijke gezondheidsproblemen van betrokkene, geboren in 1997 in Eritrea, die momenteel in Nederland woont. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn geestelijke en fysieke gezondheid.

De mondelinge behandeling vond plaats op 22 oktober 2020, waarbij betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. Betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging, maar hij stond niet open voor behandeling. De rechtbank heeft de situatie van betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarom is verplichte zorg noodzakelijk geacht.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn goedgekeurd, zoals het toedienen van voeding, medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De machtiging is geldig tot en met 22 april 2021. De beschikking is gegeven door rechter H.A.G. Nijman, bijgestaan door griffier K.D. van den Berg, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/599992 / FA RK 20-6754
Datum beschikking: 22 oktober 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] Eritrea,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. M.B.H. Breitschaft te ’s-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 september 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 8 september 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 8 september 2020;
- een zorgplan van 7 september 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 14 september 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene, bijgestaan door de [tolk] in de taal Triginja;
- de advocaat;
- de [verpleegkundig specialist 1]
- de [verpleegkundig specialist 2] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij de muziek in zijn woning niet uit wil doen. Voorts heeft betrokkene aangegeven dat hij absoluut niet kan volgen wat de rechter allemaal zegt en dat hij liever het gesprek in het Engels wil doen.
De advocaat heeft aangegeven dat zij wel met betrokkene in het Nederlands heeft gesproken. Volgens de advocaat ziet betrokkene het gesprek met de rechter niet zitten en een opname/behandeling al helemaal niet.
De spv-er [verpleegkundig specialist 1] heeft aangegeven dat betrokkene de hulpverlening wel binnenlaat, maar hij niet openstaat voor behandeling. De situatie van betrokkene is de afgelopen periode verslechterd. Betrokkene heeft last van stemmen en de woning is vervuild. Recent is er een lekkage geweest waardoor het water is afgesloten. De spv-er heeft verder aangegeven dat ambulante hulpverlening niet toereikend is en dat het de bedoeling is om betrokkene direct op te nemen.

Beoordeling

De tolk heeft aangegeven dat betrokkene de taal (Triginja) wel goed spreekt. Daarnaast heeft de advocaat met betrokkene in het Nederlands gesproken. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de zaak aan te houden zodat het gesprek kan plaatsvinden met behulp van een tolk Engels.
De rechtbank stelt vast dat de behandeling van het verzoek tot een zorgmachtiging plaatsvindt na de in artikel 6:2 van de Wvggz genoemde beslistermijn. Als gevolg van de maatregelen die in maart 2020 door de rechtspraak zijn genomen in verband met het coronavirus is het om logistieke en personele redenen niet mogelijk gebleken om alle zaken binnen de daarvoor gestelde termijnen te behandelen. Met inachtneming van de Wvggz en de “Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona” zijn verzoeken die zien op (voortzetting van) een opname met voorrang behandeld. De wet verbindt echter geen sanctie aan het niet tijdig beslissen door de rechtbank op het verzoek. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in het verzoek.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 april 2021.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, rechter, bijgestaan door
K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 oktober 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.