Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Vijftig ambassadeurs roepen Polen op tanende lhbti-rechten te waarborgen1 en de brief2 waarnaar in het artikel wordt verwezen. Hiermee verdraagt zich niet dat verweerder vasthoudt aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Polen en dat eiser, die tot de LHBTI- gemeenschap behoort, aan Polen wordt overgedragen. Het standpunt van verweerder dat eiser kan klagen bij de Poolse (hogere) autoriteiten doet geen recht aan de situatie van LHBTI in Polen in het algemeen en die van eiser in het bijzonder. Het zijn immers dezelfde (hogere) autoriteiten geweest die wetgeving hebben aangenomen, waarvan verweerder zelf (bij monde van de Nederlandse ambassadeur in Polen) zegt dat het de rechten van LHBTI niet respecteert. Verweerder heeft hierop niet gereageerd in het bestreden besluit, wat een motiveringsgebrek oplevert. Daarnaast heeft klagen bij de Poolse autoriteiten geen zin, omdat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht door nieuwe wetgeving is beperkt, wat vanzelfsprekend gevolgen heeft voor de beoordeling van de asielprocedure door de rechter. Via het tuchtregime zijn al rechters aangepakt die onwelgevallige vonnissen hebben gewezen en gelet op de huidige politieke stroming is niet ondenkbeeldig dat ook het beschermen van een LHBTI, zoals eiser, hieronder valt. Eiser vreest dat Polen hem in strijd met het verbod op refoulement zal uitzetten naar Oezbekistan, waar homoseksualiteit bij wet strafbaar is gesteld. Volgens eiser kan verweerder niet verwijzen naar claimakkoord en de gevolgen daarvan, als Polen volgens verweerder zelf niet de internationale verplichtingen jegens de LHBTI-gemeenschap in acht neemt.